Bloedplaatje
Bloedplaatjes of trombocyten zijn de kleinste cellen in je bloed. Deze bloedplaatjes hebben geen celkern. Ze zijn belangrijk voor de bloedstolling nadat je een wond hebt gekregen (hemostase).
Bloedplaatjes worden net als de andere bloedcellen gevormd in je beenmerg. Dit wordt aangestuurd door het hormoon Trombopoëtine.
Als een bloedvatwand beschadigd is door bijvoorbeeld een val of je hebt je gesneden, dan gaan de bloedplaatjes aan de beschadigde wand plakken. Daarnaast plakken de bloedplaatjes ook aan elkaar vast en vormen een prop. Tegelijkertijd komt de stof febrine vrij. Dit is een vezelachtige stof dat een netwerk van draden gaat vormen om de bloedprop te verstevigen. Er komt nog een stof vrij dat tromboplastine genoemd wordt. Samen vormen deze stoffen een bloedstolling die het bloedvat afsluit.
Bloedplaatjes nemen bij een virusinfectie virusdeeltjes op uit de longen, waarna ze terugkeren in de bloedbaan en vervolgens worden opgeruimd in lever of milt. Dit kan voor een tekort aan bloedplaatjes zorgen (Trombocytopenie). De bloedplaatjes worden in kindertaal ook wel de soldaatjes in je bloed genoemd. Bij een tekort kunnen bloedingen door beschadigingen van de vaatwand niet goed worden gestelpt, wat in ernstige gevallen levensgevaarlijk kan zijn. Ook krijgt je snel blauwe plekken.
Bij juist een teveel aan bloedplaatjes kunnen er onbedoelt stolsels in je bloed ontstaan (trombose). Die stolsels kunnen voor een soort verstoppingen in de bloedvaten zorgen. Als dit bij je hart of je hersenen gebeurt kun je een herseninfarct of een hartinfarct krijgen.
Een goede balans in de aanmaak en verbruik van bloedplaatjes is belangrijk.