Drijfmestinjecteur
Een drijfmestinjecteur is een landbouwwerktuig waarmee drijfmest in de grond wordt gebracht om de grond te bemesten (vruchtbaarder te maken). Drijfmest is een mengsel van vaste mest en vloeibare mest (gier) van dierlijke oorsprong. Deze drijfmest wordt in de tank van de drijfmestinjecteur gepompt vanuit de gierkelder bij de stal. De uitwerpselen (poep of mest en de plas of urine) van de dieren valt door spleten in de stalvloer of wordt automatisch naar de gier- of mestkelder geschoven.
In Nederland en België is het sinds 2006 verplicht dat de drijfmest op grasland wordt ingespoten (geïnjecteerd) en op akkerland worden uitgereden en ondergewerkt. De drijfmest mag sinds 2006 niet meer op het grondoppervlak verspreid worden en zo te laten liggen.
Achter op de tankwagen zitten slangen met elk onderaan een soort mes. Met dat mes wordt de grasmat opengesneden en tegelijkertijd vloeit de drijfmest in de ontstane gleuf. Bij een akker vloeit de mest uit de slangen nog op de grond, maar moet binnen twee uur ondergeploegd of ingefreesd worden. Hierdoor komt de mest dus meteen in de grond en geeft daardoor minder stankoverlast. Nadeel is wel dat de stikstof in de vorm van ammoniak die in de mest zit, sneller het grondwater en drinkwater kan vervuilen door het zogeheten uitspoelen bij langdurige regen. De drijfmestinjecteur wordt getrokken door een tractor.
In Europa speelt drijfmest een belangrijke rol bij de vorming van fijnstof in de atmosfeer. Ook is er sprake van een mestoverschot (er is teveel mest) in Nederland en omringende landen. Dit vormt onder andere een bedreiging van de natura 2000 gebieden.