Schip
Een schip is een boot die wat groter is. Je kunt een boot wel op een schip zetten, maar een schip niet op een boot. Er zijn ook grote boten die je geen schip noemt, zoals bijvoorbeeld sleepboten, onderzeeboten en loodsboten. De meeste schepen worden gebruikt om er geld mee te verdienen. Schepen die op zee varen noemen we zeeschepen, varen ze op rivieren, meren en kanalen dan noemen we ze binnenschepen. Zolang er mensen aan het water wonen willen ze zich verplaatsen over dat water en bouwen ze daar vlotten, boten en schepen voor. We weten dat ook het oude Egypte al schepen had.
Aandrijving
Het begint allemaal met het zich laten meedrijven door de stroom op een rivier. Omdat het nu in Nederland en België verboden is kennen nog weinig mensen hoe dat heet: stevelen. Om wat meer snelheid te maken kan een boot ook worden gepeddeld of geroeid. Kano's peddel je, galeiën werden geroeid. Maar dat kost moeite en dan is het slimmer om de wind te gebruiken. Dat werden de zeilschepen. Toen de stoommachine werd uitgevonden en ook in schepen werd gebouwd kon er ook (en veel sneller) tegen de wind in worden gevaren. Er zijn nog maar weinig schepen die met stoommachines varen, eigenlijk alleen museumschepen. Als er nog op stoom wordt gevaren is het met een stoomturbine, vaak gekoppeld aan een generator om elektrisch te kunnen varen. Veruit de meeste schepen hebben een motor, die op stookolie of diesel draait. Dieselolie wordt in de Nederlandse binnenvaart gasolie genoemd, in de Vlaamse binnenvaart mazout. Er zijn ook al schepen die elektrisch varen op accu's.
Onderdelen
Hieronder staan een aantal onderdelen van een schip:
Soorten schepen
Er zijn verschillende soorten schepen, zoals:
- Duwboot
- Fluisterboot
- Loodsboot
- Motorboot
- Opblaasboot
- Reddingboot
- Roeiboot
- Sleepboot
- Speedboot
- Stoomboot
- U-boot
- Veerboot
- Waterstofboot
- Zeilboot
Binnenvaarder
Tjalk
Een tjalk is een typisch Nederlands zeilschip dat vroeger werd gebruikt om graan en mest te vervoeren. Omdat de Nederlandse wateren niet diep zijn, heeft een tjalk geen kiel, maar is plat aan de onderkant. Daarom worden tjalken ook wel platbodems genoemd. Aan de zijkant van een tjalk hangen houten zwaarden. Deze zwaarden zorgen ervoor dat het schip niet verlijert (wegwaaien), maar rechtdoor zeilt.
Containerschip
Op een containerboot worden de spullen in containers ingeladen en zo vervoerd. Er worden kranen gebruikt om de containers van het schip op het land te krijgen. De containers worden daarna op vrachtauto’s geladen of op de trein.
Tanker
In een tanker worden vloeibare stoffen vervoerd zoals: olie en vloeibare gassen. Met pompen worden de vloeistoffen en vloeibare gassen overgepompt naar opslagplaatsen.
Bulkcarrier
Een schip dat graan, ijzererts, steenkool of zand vervoert. Deze spullen noem je ook wel bulk. In bulkcarriers zijn grote open en met grote deksels afgesloten ruimen. Tijdens het laden en lossen rijden in deze ruimen soms kleine bulldozers om de lading te verdelen.