Anton Mussert
Anton Mussert (Werkendam, 11 mei 1894 - Den Haag, 7 mei 1946) was de leider van de van de NSB (Nationaal-Socialistische Beweging), een Nederlandse politieke partij, die hij in 1931 had opgericht. Je zou hem een beetje kunnen beschouwen als de Nederlandse Adolf Hitler. Aanvankelijk was de NSB - anders dan de Duitse "zusterpartij", de NSDAP - nog niet anti-semitisch, dat wil zeggen, dat ze een hekel hadden aan Joden. Er waren zelfs Joden lid van de partij! Maar dat werd anders, toen de Duitsers in 1940 Nederland binnenvielen en hier vijf jaar lang de dienst gingen uitmaken.
Mussert droomde ervan dat hij president ("leider") zou worden van Nederland en Vlaanderen. Maar daar is nooit iets van terecht gekomen. De Duitsers benoemden hem in 1942 wel tot "Leider van Nederland", maar hielden zelf de touwtjes in handen.
Na de oorlog, in 1946, kreeg Mussert wegens landverraad (dat wil zeggen dat je met de vijand heult) de doodstraf. Hij werd op 7 mei 1946 geëxecuteerd op de Waalsdorpervlakte bij Den Haag. Overigens valt er toch nog wel iets goeds te zeggen over Mussert. Hij had, nog voor dat hij de NSB oprichtte, in 1925, een protestbeweging opgericht tegen de Nederlandse plannen om kanalen voor de Belgische scheepvaart aan te leggen, dwars door Nederland. Dat was om de Belgen gunstig te stemmen om ze af te laten zien van hun aanspraken op Zeeuws-Vlaanderen en (Nederlands) Limburg. Die vonden dat ze recht op die gebieden hadden, omdat ze het in de Eerste Wereldoorlog zo zwaar hadden gehad. Mussert vond dat maar onzin. Nederland had niet eens aan die oorlog meegedaan! Een heleboel mensen waren dat met hem eens, en het ging gelukkig niet door. Dat van die kanalen trouwens ook niet.
Hij was getrouwd met een tante van hem, die hem liefdevol had verzorgd toen hij in de Eerste Wereldoorlog getroffen werd door een nare ziekte. Daar werden allerlei grapjes over gemaakt, zelfs binnen de NSB. Bijvoorbeeld deze grap: 'Wie het goede ras wil houwen, moet met zijn tante trouwen'. En dat Mussert een kort, dik kereltje was, was natuurlijk koren op de molen van zijn politieke tegenstanders. Die beeldden hem uit op spotprenten als een belachelijke figuur.