Kruidenier
Kruidenier is een nagenoeg uitgestorven beroep, voorloper van de supermarkt. Vroeger had elke kruidenier z'n eigen winkel. Tot in de jaren vijftig (en in de kleinere dorpen nog later) was de kruidenierswinkel een winkel waar je nog werd bediend door de kruidenier of een andere medewerk(st)er. De kruidenier ontving van de grossier (groothandel) de artikelen in grootverpakking. Suiker werd geleverd in papieren zakken van 50 kg; erwten, bonen, rijst en dergelijke in grote jutebalen; snoep en koekjes in dozen, trommels en potten; zout, stroop en zuurkool in grote vaten. Deze producten werden door de kruidenier afgewogen met een weegschaal, die eens in de zoveel tijd geijkt moest worden. De lossen kruidenierswaren werden vervolgens in een papieren (punt)zak gedaan. Dit is dus een groot verschil met de supermarkt, waar je spreekt van zelfbediening.
Zo had je:
Kruidenierswaren (die je ook nog steeds in de supermarkt vindt)
Voedingswaren omvat de volgende groepen:
- koffie en thee
- snoepgoed
- koek
- ontbijtvervangers zoals cornflakes en ontbijtkoek
- houdbaar brood
- bakproducten
- dieetproducten
- broodbeleg
- wereldgerechten zoals nasi en sambal
- pastagerechten zoals macaroni
- soep en producten bestemd voor soepen, bijvoorbeeld maggi
- babyvoeding
- houdbare melkproducten
- frisdrank
- vruchtensappen in pak
- alcoholische dranken zoals wijn en bier
- chips
- zoutjes
- suiker
- groenten conserven
- visconserven, zoals tonijn in blik
- vruchtenconserven, zoals ananas in blik
- vleesconserven.
De overige producten bestaan uit:
- cosmetica
- diervoeding
- tijdschriften
- babyspullen, bijvoorbeeld luiers
- schoonmaakmiddelen, zoals allesreiniger
- schoonmaakmiddelen, zoals sponzen
- rook- en tabakswaren, waaronder ook lucifers
- wasmiddelen
- plastics, zoals plastic zakjes en vuilniszakken
- papierwaren, zoals toiletpapier