Persoon met een migratieachtergrond: verschil tussen versies
(ik heb een hele boel informatie toegevoegd) |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | Het woord '''allochtoon''' betekent letterlijk "van een andere aarde/gebied" ([[Grieks|Oudgrieks]]: ἄλλος = ander, vreemd; en χθών = aarde). Tegenover het begrip ''allochtoon'' staat de term ''[[autochtoon]]'', dat letterlijk "uit hetzelfde gebied/grond" betekent. Met betrekking tot het woord '''''allochtoon''''' zijn er, wanneer het om [[bevolkingsgroepen]] gaat, verschillende definities in omloop. Eind 2016 stopten enkele Nederlandse organisaties met het gebruik van het woord '''allochtoon''' en vervingen het door "Nederlander met een [[migratie]]-achtergrond". |
||
− | Een '''allochtoon''' is iemand van wie één of beide ouders in het buitenland zijn geboren. Het betekent letterlijk: 'van een ander land' of 'van elders aangevoerd'. Onder allochtonen verstaan we over het algemeen mensen uit andere landen die in [[Nederland]] zijn komen wonen. Dit zijn bijvoorbeeld gastarbeiders uit [[Marokko]] en [[Turkije]]. Ook Nederlanders van [[Suriname|Surinaamse]], [[Indonesië|Indonesische]] of [[Nederlanse Antillen|Antilliaanse]] afkomst worden vaak tot de allochtonen gerekend, maar ook bijvoorbeeld [[Duitsland|Duitsers]], [[België|Belgen]], [[Polen]] of [[Roemenië|Roemenen]] zijn ook allochtonen. Hetzelfde geldt voor hun kinderen, zelfs als zij in Nederland zijn geboren. |
||
+ | == Introductie van de term == |
||
− | Het tegeovergestelde van ''allochtoon'' ('van een ander land') is ''[[autochtoon]]'' ('uit hetzelfde land'). |
||
+ | Het begrip werd in 1971 geïntroduceerd door de sociologe [[Hilda Verwey-Jonker]] in een rapport voor het Nederlandse ministerie van [[Cultuur]], Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM), ter vervanging van het tot dan toe gangbare woord [[Immigratie|immigrant.]] Feitelijk was het bedoeld als [[eufemisme]] voor mensen die buiten Nederland geboren zijn (hieronder viel dus ook de bevolking van de overzeese gebieden). Hoewel de term later als beleidstaal ging gelden voor iedereen van wie één of beide ouders niet in Nederland is geboren, doelde Verwey-Jonker specifiek op Nederlanders met een niet-westerse afkomst. Voor Verwey-Jonker was de beweegreden voor deze keuze 'de duidelijke herkenbaarheid van de hier besproken groepen. Deze berust in vele gevallen op een opvallend uiterlijk - met name de huidskleur - en in sommige gevallen op de vreemde, voor weinig Nederlanders verstaanbare [[taal]].' |
||
+ | |||
+ | == Ontwikkeling van de benamingen == |
||
+ | Gedurende de geschiedenis zijn er verschillende begrippen voor niet oorspronkelijke Nederlanders en Vlamingen gehanteerd, die in betekenis en gebruik niet altijd volledig overeenkomen met het woord ''allochtoon''. Toen de migratie naar Nederland na de Tweede Wereldoorlog structurele vormen begon aan te nemen, werd voornamelijk over '''''gastarbeiders''''' gesproken. Het woord allochtoon is een voorbeeld van een onderdeel van een reeks begrippen uit een eufemismetredmolen. |
||
+ | |||
+ | === [[Nederland]] === |
||
+ | Aan het begin van de 21ste eeuw werd in toenemende mate duidelijk dat ook het begrip allochtoon opnieuw een pejoratieve betekenis had gekregen. Daardoor klonk de roep om het vermeende probleem aan te pakken door een nieuwe term te bedenken.Het gebruik van de term kon volgens verschillende wetenschappers een racistische lading hebben. Zo betoogde antropoloog Gloria Wekker in 2005, dat '''"[a]llochtonen''' echter degenen zijn, die door hun huidskleur of hun afwijkende cultuur of religie niet in staat zijn een als legitiem ervaren claim op het Nederlanderschap te doen. De term zet dus, zonder dat het betreurenswaardige begrip 'ras' in de mond genomen hoeft te worden, racialiseringsprocessen in gang; iedereen weet dat het begrip verwijst naar mensen–van–kleur en hun afstammelingen tot in het n-de geslacht." |
||
+ | |||
+ | In 2006 werd een voorstel gedaan door de fractie van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad, om het gebruik van de term 'allochtoon' in officiële stukken te vermijden. Bij gebrek aan een alternatief bleek dit niet haalbaar. In februari 2008 suggereerde ook minister van justitie Ernst Hirsch Ballin dat de term allochtoon afgeschaft zou moeten worden, maar ook dit voorstel werd niet overgenomen. Antropoloog Philomena Essed schreef in 2008 dat de term in de praktijk een combinatie is van raciaal denken en culturele hiërarchieën. |
||
+ | |||
+ | In 2010 opperde de ChristenUnie de term "bicultureel". |
||
+ | |||
+ | In 2015 stelden antropologen Marleen van der Haar en Dvora Yanow dat het onderscheid tussen allochtoon en autochtoon "vooral een onderscheid op basis van huidskleur betreft." Het resultaat hiervan is volgens hen dat het woord 'allochtoon', geïntroduceerd als een neutraal bedoelde beleidsterm, er in de praktijk aan bij kan dragen, dat het onderscheid op basis van etniciteit of huidskleur tussen de inwoners van Nederlander wordt versterkt. |
||
+ | |||
+ | In november 2016 bracht de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een verkenning uit naar de grote diversiteit in migratie. De WRR en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) besloten hierin af te zien van het gebruik van de woorden allochtoon en autochtoon. In plaats daarvan, bijvoorbeeld bij bevolkingsstatistieken, wordt sindsdien gesproken over ''inwoners met een migratieachtergrond'' en ''inwoners met een Nederlandse achtergrond''. |
||
+ | |||
+ | === [[Vlaanderen]] === |
||
+ | In het Vlaams Decreet Etnisch-culturele minderheden van 1998 staan de allochtonen vermeld als een van de doelgroepen, naast de vluchtelingen en de nieuwkomers. In dat decreet staan de allochtonen tegenover de nieuwkomers: ze verblijven reeds langere tijd (op een legale wijze) in Vlaanderen. |
||
+ | |||
+ | In Vlaanderen wordt sinds ongeveer 2000 ook de term nieuwe Vlaming gebruikt, mede op vraag van de organisaties van nieuwe Vlamingen die de termen 'allochtoon' en '(im)migrant' nodeloos onderscheidend vinden voor algemeen taalgebruik. |
||
[[Categorie:Mens en maatschappij]] |
[[Categorie:Mens en maatschappij]] |
Versie van 5 nov 2018 11:36
Het woord allochtoon betekent letterlijk "van een andere aarde/gebied" (Oudgrieks: ἄλλος = ander, vreemd; en χθών = aarde). Tegenover het begrip allochtoon staat de term autochtoon, dat letterlijk "uit hetzelfde gebied/grond" betekent. Met betrekking tot het woord allochtoon zijn er, wanneer het om bevolkingsgroepen gaat, verschillende definities in omloop. Eind 2016 stopten enkele Nederlandse organisaties met het gebruik van het woord allochtoon en vervingen het door "Nederlander met een migratie-achtergrond".
Introductie van de term
Het begrip werd in 1971 geïntroduceerd door de sociologe Hilda Verwey-Jonker in een rapport voor het Nederlandse ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM), ter vervanging van het tot dan toe gangbare woord immigrant. Feitelijk was het bedoeld als eufemisme voor mensen die buiten Nederland geboren zijn (hieronder viel dus ook de bevolking van de overzeese gebieden). Hoewel de term later als beleidstaal ging gelden voor iedereen van wie één of beide ouders niet in Nederland is geboren, doelde Verwey-Jonker specifiek op Nederlanders met een niet-westerse afkomst. Voor Verwey-Jonker was de beweegreden voor deze keuze 'de duidelijke herkenbaarheid van de hier besproken groepen. Deze berust in vele gevallen op een opvallend uiterlijk - met name de huidskleur - en in sommige gevallen op de vreemde, voor weinig Nederlanders verstaanbare taal.'
Ontwikkeling van de benamingen
Gedurende de geschiedenis zijn er verschillende begrippen voor niet oorspronkelijke Nederlanders en Vlamingen gehanteerd, die in betekenis en gebruik niet altijd volledig overeenkomen met het woord allochtoon. Toen de migratie naar Nederland na de Tweede Wereldoorlog structurele vormen begon aan te nemen, werd voornamelijk over gastarbeiders gesproken. Het woord allochtoon is een voorbeeld van een onderdeel van een reeks begrippen uit een eufemismetredmolen.
Nederland
Aan het begin van de 21ste eeuw werd in toenemende mate duidelijk dat ook het begrip allochtoon opnieuw een pejoratieve betekenis had gekregen. Daardoor klonk de roep om het vermeende probleem aan te pakken door een nieuwe term te bedenken.Het gebruik van de term kon volgens verschillende wetenschappers een racistische lading hebben. Zo betoogde antropoloog Gloria Wekker in 2005, dat "[a]llochtonen echter degenen zijn, die door hun huidskleur of hun afwijkende cultuur of religie niet in staat zijn een als legitiem ervaren claim op het Nederlanderschap te doen. De term zet dus, zonder dat het betreurenswaardige begrip 'ras' in de mond genomen hoeft te worden, racialiseringsprocessen in gang; iedereen weet dat het begrip verwijst naar mensen–van–kleur en hun afstammelingen tot in het n-de geslacht."
In 2006 werd een voorstel gedaan door de fractie van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad, om het gebruik van de term 'allochtoon' in officiële stukken te vermijden. Bij gebrek aan een alternatief bleek dit niet haalbaar. In februari 2008 suggereerde ook minister van justitie Ernst Hirsch Ballin dat de term allochtoon afgeschaft zou moeten worden, maar ook dit voorstel werd niet overgenomen. Antropoloog Philomena Essed schreef in 2008 dat de term in de praktijk een combinatie is van raciaal denken en culturele hiërarchieën.
In 2010 opperde de ChristenUnie de term "bicultureel".
In 2015 stelden antropologen Marleen van der Haar en Dvora Yanow dat het onderscheid tussen allochtoon en autochtoon "vooral een onderscheid op basis van huidskleur betreft." Het resultaat hiervan is volgens hen dat het woord 'allochtoon', geïntroduceerd als een neutraal bedoelde beleidsterm, er in de praktijk aan bij kan dragen, dat het onderscheid op basis van etniciteit of huidskleur tussen de inwoners van Nederlander wordt versterkt.
In november 2016 bracht de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) een verkenning uit naar de grote diversiteit in migratie. De WRR en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) besloten hierin af te zien van het gebruik van de woorden allochtoon en autochtoon. In plaats daarvan, bijvoorbeeld bij bevolkingsstatistieken, wordt sindsdien gesproken over inwoners met een migratieachtergrond en inwoners met een Nederlandse achtergrond.
Vlaanderen
In het Vlaams Decreet Etnisch-culturele minderheden van 1998 staan de allochtonen vermeld als een van de doelgroepen, naast de vluchtelingen en de nieuwkomers. In dat decreet staan de allochtonen tegenover de nieuwkomers: ze verblijven reeds langere tijd (op een legale wijze) in Vlaanderen.
In Vlaanderen wordt sinds ongeveer 2000 ook de term nieuwe Vlaming gebruikt, mede op vraag van de organisaties van nieuwe Vlamingen die de termen 'allochtoon' en '(im)migrant' nodeloos onderscheidend vinden voor algemeen taalgebruik.