Inhalator

Een inhalator, ook wel puffer genoemd, is een apparaatje waarmee je medicijnen kunt inademen, zodat ze direct in je longen terechtkomen. Het wordt vaak gebruikt bij ziektes zoals astma of COPD.

Je hebt twee vormen. De disk en een cilinder. Bij de disk zit het medicijn in poedervorm in een soort kamertjes. Met een soort hefboom komt er telkens een nieuw kamertje met poeder voor de inademings-opening. Met een flinke ademteug moet het poeder in de mond gezogen worden.

De cilinder is zeg maar een minispuitbus. Deze wordt in een kokertje geplaatst met een mondstuk. Door op de cilinder te drukken wordt er een dosis medicijn (een puf) met een drijfgas uitgestoten. Hierbij plaatst de patiënt het mondstuk tussen de lippen en met een ademteug wordt het medicijn naar binnen gezogen.

Vaak wordt deze in combinatie gebruikt met een voorzetkamer. Dit is een plastic cilinder waar de inhalator op de ene kant geplaatst kan worden en op de andere kant zit een mondstuk met een klepje (ventiel). Hierdoor kan er telkens een puf met meerdere ademteugen worden ingenomen. Dat kost voor de patiënt minder moeite. De voorzetkamer moet eens in de zoveel tijd vervangen worden.

Voor patiënten met ernstige Astma of COPD of voor kleine kinderen of verstandelijk beperkte mensen bestaat er een vernevelaar. Dit is een (elektrisch) apparaat dat er voor zorgt dat het medicijn in hele kleine druppeltjes als een damp of nevel gedurende een langere tijd ingeademd moet worden.

Patiënten krijgen vaak bij de apotheek een instructie hoe de puffer gebruikt moet worden.

• 

  Inhalator met drukcilinder

• 

  Links een disk en rechts een inhalator

• 

  Voorzetkamer met inhalator

• 

  Gebruik van een inhalator