COPD: verschil tussen versies
Regel 50: | Regel 50: | ||
Daarnaast verricht men een longfunctie onderzoek, ofwel spirometrie. Dit laat onder andere zien hoeveel de patiënt maximaal in- en uit kan ademen in één keer. Dat is de vitale capaciteit. Men meet de eenseconde uitademingscapaciteit. |
Daarnaast verricht men een longfunctie onderzoek, ofwel spirometrie. Dit laat onder andere zien hoeveel de patiënt maximaal in- en uit kan ademen in één keer. Dat is de vitale capaciteit. Men meet de eenseconde uitademingscapaciteit. |
||
− | De patiënt heeft een soort neusklem op en moet zijn of haar mond om een blaaspijp houden. Eerst haalt de patiënt diep adem en op het teken van de onderzoeker moet hij of zij hard in het mondstuk blazen. Op een computerscherm kan de onderzoeker aflezen hoeveel lucht de patiënt in die ene seconde uitblaast. Normaal moet iemand in één seconde ongeveer 70% van de vitale capaciteit kunnen uitademen. Bij COPD-patiënten is dit veel minder. De ademhaling kan ook met een peak-flow-meter worden gedaan. Dat geeft een indicatie, is niet erg nauwkeurig. |
+ | De patiënt heeft een soort neusklem op en moet zijn of haar mond om een blaaspijp houden. Eerst haalt de patiënt diep adem en op het teken van de onderzoeker moet hij of zij hard in het mondstuk blazen. Op een computerscherm kan de onderzoeker aflezen hoeveel lucht de patiënt in die ene seconde uitblaast. Normaal moet iemand in één seconde ongeveer 70% van de vitale capaciteit kunnen uitademen. Bij COPD-patiënten is dit veel minder. De ademhaling kan ook met een peak-flow-meter worden gedaan. Dat geeft een indicatie, is niet erg nauwkeurig. |
+ | Bij een productieve hoest en koorts zet men een sputumkweek in. Het slijm wordt dan op kweek gezet om te kijken welke bacteriën de boosdoener is zijn. |
||
==Behandeling== |
==Behandeling== |
Huidige versie van 28 jun 2024 om 06:44
Gezondheidsklachten?
Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op. |
COPD (afkorting van chronic obstructive pulmonary disease) is een chronische longziekte, waarbij de longen blijvend beschadigd worden. De ziektes die eronder vallen zijn chronische bronchitis en longemfyseem.
Deze ziekte wordt ook wel rokersziekte genoemd, omdat vaak mensen die veel roken of gerookt hebben last van deze ziekte krijgen. Deze ziekte is niet te genezen. Mensen met COPD krijgen vaak zuurstof toegediend via een masker.
Wat is COPD
De Engelse afkorting COPD staat voor chronische obstructieve longziekte. Obstructie betekent 'de doortocht belemmeren'. Hier gaat het over lucht die er niet goed genoeg doorheen kan. COPD heeft twee fases: chronische bronchitis en longemfyseem. Chronische bronchitis is een ontsteking die elke dag weer voor sterke slijmvorming zorgt. De patiënt hoest veel, hoest elke dag, hoest in alle seizoenen, jaar in, jaar uit. Uit het sputum (het opgehoeste slijm) zijn vaak bacteriën te kweken. De longblaasjes maken geen schijn van kans. Een combinatie van astma en bronchitis noemt men astmatische bronchitis. Longemfyseem is het eindresultaat van chronische belemmering van de luchtstroom, chronische ontsteking en chronisch hoesten. De longblaasjes raken steeds meer hun elasticiteit kwijt en veel longblaasjes zijn als het ware samengesmolten tot één slappe ballon. Het gebrek aan elasticiteit maakt de uitademing zwakker en langer. Er zijn steeds minder longblaasjes die de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide naar en van het bloed vanuit de longen mogelijk maken. Het aantal haarvaatjes in het longweefsel neemt af. De patiënt is continu benauwd en licht blauw verkleurd. Dat noemen ze cyanotisch of blauwzucht. Er ontstaan nogal eens grote blazen, die het nog goede weefsel in de verdrukking brengen. Door de afname van de haarvaatjes in de longen kan het bloed van de kleine bloedsomloop de longen niet meer goed passeren. Daarom wordt de druk in de longslagader hoger, de rechter hartkamer (zie hart) moet dan bij elke slag veel te hard werken om het bloed tegen die druk in naar buiten te pompen, de longslagader in, en dat mondt uit in hartfalen rechts. Andere mogelijke complicaties zijn een longontsteking of een 'klaplong', ofwel pneumothorax. In het eindstadium van COPD ontstaat een verzuring van het bloed, door gebrekkige afgifte van kooldioxide. Dat heet ook wel stapeling.
Ontstaan
COPD is vooral een kwestie van aanleg. De kwaal ‘zit in de familie’ en openbaart zich op
zuigelingenleeftijd bijvoorbeeld al als dauwworm. Behalve de aanleg is COPD voor een groot deel te voorkomen door niet te gaan roken en door met met roken te stoppen. Bij niet-rokers komt een beetje emfyseem pas op zeer hoge leeftijd voor. Iemand die van jongs af aan veel astma-aanvallen heeft, door ernstige allergie en bij allerlei vervelende prikkels, kan op een gegeven moment ook emfyseem krijgen. De astma is dan overgegaan in COPD. Uitzonderingen zijn verder jongere mensen met erfelijke aandoeningen zoals cystic fibrosis of patiënten met een erfelijk gebrek aan een bepaald enzym in de longen. Zij kunnen ernstige pusophopingen in de bronchiën ontwikkelen en op den duur emfyseem.
Symptomen
Bij COPD is de uitademing verlengd. De lucht wil er maar moeilijk uit. De borstkas is tonvormig, uitgezet zoals aan het eind van de inademing. De patiënt zit rechtop en zoekt steun met de handen op tafel of op de knieën. Hulpademhalingsspieren worden ingeschakeld. Een patiënt met emfyseem is voortdurend kortademig. De mate van inspanning die iemand kan opbrengen neemt sterk af. Dat heet: de inspanningstolerantie neemt af. In het eindstadium verliezen veel patiënten ook gewicht. Mensen met COPD hebben last van de volgende klachten:
- Alsmaar moe
- Gewichtsverlies
- Spierzwakte en spieren verdwijnen
- Gebrek aan eetlust
- Depressie
- Angst
- Hartfalen
- Gevoelig voor longontsteking
- Gevaar voor klaplong
- Stapeling CO2 als de longen steeds verder kapot gaan
COPD uit zich door middel van aanvallen. Deze aanvallen kun je herkennen aan de volgende dingen:
- De uitademing is verlengd en de lucht kan er moeilijk uit
- De patiënt zou recht op willen zitten en handen op tafel of knieën willen zetten
- Hulpademspieren worden ingezet
- Veel ademhaling per minuut
- Hartslag is hoog
- Geen volledige zinnen kunnen zeggen als gevolg van de kortademigheid
Soorten
COPD wordt ingedeeld in verschillende vormen (stadium, fases). Dit wordt gedaan op een bepaalde schaal die de Gold genoemd wordt. Gold staat voor Global initiative for chronic obstructive lung diseases. Hierdoor wordt overal ter wereld dezelfde schaal gehanteerd. Door deze schaal weten artsen welke vorm een patiënt heeft, waarop ze dan de behandeling aanpassen.
De soorten COPD zijn:
- Gold 1 (lichte COPD); iemand heeft nog niet veel in de gaten dat die COPD heeft.
- Gold 2 (matige COPD); kortademigheid bij inspanningen. De patiënt zoekt contact met huisarts vanwege hoesten en het opvlammen van acute bronchitis.
- Gold 3 (ernstige COPD): toegenomen kortademigheid geen grote inspanning meer kunnen leveren. Ernstige benauwdheid bij acute verergering tijdens luchtdesinfectie en breuk op kwaliteit van leven.
- Gold 4 (zeer ernstige COPD): Geen noemwaardige handeling meer kunnen leveren. Kwaliteit van leven is ernstig verminderd.
Het moge duidelijk zijn dat de ziekte eigenlijk on-omkeerbaar is. Het longweefsel dat beschadigd is, zal niet meer genezen.
Diagnose
Bij ernstige verstoringen verricht men in het ziekenhuis een slagaderpunctie (bloedafname vanuit een slagader) voor een bloedgas onderzoek.
Daarnaast verricht men een longfunctie onderzoek, ofwel spirometrie. Dit laat onder andere zien hoeveel de patiënt maximaal in- en uit kan ademen in één keer. Dat is de vitale capaciteit. Men meet de eenseconde uitademingscapaciteit.
De patiënt heeft een soort neusklem op en moet zijn of haar mond om een blaaspijp houden. Eerst haalt de patiënt diep adem en op het teken van de onderzoeker moet hij of zij hard in het mondstuk blazen. Op een computerscherm kan de onderzoeker aflezen hoeveel lucht de patiënt in die ene seconde uitblaast. Normaal moet iemand in één seconde ongeveer 70% van de vitale capaciteit kunnen uitademen. Bij COPD-patiënten is dit veel minder. De ademhaling kan ook met een peak-flow-meter worden gedaan. Dat geeft een indicatie, is niet erg nauwkeurig. Bij een productieve hoest en koorts zet men een sputumkweek in. Het slijm wordt dan op kweek gezet om te kijken welke bacteriën de boosdoener is zijn.
Behandeling
Het is onbegonnen werk om elke irriterende prikkel helemaal weg te nemen. Blijft over om met
behulp van medicatie de longen zo goed mogelijk te beschermen en benauwdheid tegen te gaan.
Mensen met COPD krijgen vaak zuurstoftherapie. In het lichaam wordt de hoeveelheid CO2 verhoogd, waardoor het lichaam gevoeliger is geworden. Door middel van zuurstoftherapie krijgen patiënten meer zuurstof toegediend. Dit gebeurd door middel van een zuurstofapparaat met een masker. Hierdoor is het belangrijk dat patiënten de juiste hoeveelheid zuurstof krijgen. Als de patiënten te veel zuurstof krijgen, kan dit ook weer klachten veroorzaken.
Voor COPD zijn er een aantal medicijnen:
- Luchtwegverwijders (zoals atropium); deze verwijden de bronchiën waardoor er minder verkramping is.
- Onstekingsremmers, zoals pulimcord.
- Medicijnen die slijm oplossen, zoals AcEstyine.
Luchtwegverwijders
Luchtwegverwijders (bètasympathicomimetica) heffen de verkramping van de gladde spiertjes op bij astma-aanvallen en ze maken de kleine luchtwegtakjes wat wijder. Er zijn verschillende soorten. In eerste instantie past men ze toe als inhalatiemedicatie. Indien nodig kunnen ze verneveld worden. Pas in tweede instantie gaat men over op orale toediening. Voor noodgevallen zijn er ampullen voor intraveneuze injectie. Dat gebeurt in het ziekenhuis. De inhalatiemedicatie moet plaatselijk werken met zo weinig mogelijk bijwerkingen. De bijwerkingen kunnen zijn: hartkloppingen, trillende handen, onrust. Dat maakt ze minder geschikt voor hartpatiënten. Voorbeelden: salbutamol, fenoterol en salmeterol. Andere middelen hebben een vergelijkbaar effect: zogenaamde anticholinergica. Ze hebben via een andere route hetzelfde effect als bètamimetica. Een voorbeeld is ipratropium (Atrovent), bij voorkeur per inhalatie. Bijwerkingen zijn droge mond, wazig zien en slechter kunnen uitplassen, wat bij prostaatklachten lastig is. Het middel kan glaucoom uitlokken. Ook theofylline ontspant de gladde spiertjes in de bronchioli. Het kan oraal (Theolair®) of als klysma gegeven worden. Goede en giftige werking van theofylline liggen dicht bij elkaar. Daarom is bepaling van de plasmaspiegel nodig. Bijwerkingen zijn misselijkheid en slapeloosheid. Bij overdosering kunnen een epileptische aanval en hartritmestoornissen optreden.
Corticosteroïden
Corticosteroïden zijn synthetische bijnierschorshormonen. Ze remmen ontstekingsverschijnselen, zwelling en slijmvorming; ze zijn als onderhoudsbehandeling noodzakelijk bij astma. Bij COPD is hun preventief beschermende rol bescheiden. Het liefst past men de corticosteroïden toe per inhalatie. Er bestaat wel kans op Candida-infecties van de mond, dus na gebruik moet men de mond spoelen. Bij een verergering van COPD wordt prednison wel als stootkuur gegeven. Via een infuus worden corticosteroïden met name toegepast in combinatie met luchtwegverwijders bij een opvlammen van COPD. Er bestaan diverse combinatiepreparaten voor inhalatie van luchtwegverwijders met corticosteroïden.
Andere
Acetylcysteïne (Fluimucil) kan verlichting geven, omdat het slijm daarmee gemakkelijker op te hoesten is. Het middel wordt als poeder of granulaat (korrels) geslikt of het wordt verneveld. Ook kan het als tablet worden opgelost in water, wat dan op priklimonade lijkt en gedronken kan worden. Dit middel heeft geen genezende werking. Het verlicht alleen de symptomen.