Trechterbeker: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Een '''trechterbeker''' is een beker met een trechtervormige bovenkant. Categorie:Woordenschat Categorie:Basiswoordenlijstgroep7') |
(Aanvulling) |
||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | Een '''trechterbeker''' is een [[beker]] met een [[trechter]]vormige bovenkant. | + | [[Bestand:Verzameling TRB-aardewerk.PNG|miniatuur|Verzameling aardewerk trechterbekers]] |
| + | Een '''trechterbeker''' is een [[beker]] met een [[trechter]]vormige bovenkant. Deze vorm van aardewerk behoorde tot de trechterbekercultuur die ook de [[Hunebed|hunebedden]] maakten. Deze cultuur bestond van ca. 4350 tot 2800/2700 v.Chr. en was in Nederland in het huidige Drenthe te vinden. Verder kwam de cultuur voor in Noord Duitsland. Denemarken tot Polen aan toe. | ||
| + | [[Bestand:Borger neolithisch huis.jpg|miniatuur|Reconstructie van een trechterbeker boerderij bij [[Borger (Nederland)|Borger]]]] | ||
| + | Het was een volk wat een boeren bestaan leefde. De huizen die ze bouwden hadden muren die waren gemaakt van gevlochten takken met leem en er lag riet op het dak. Deze boeren verbouwden emmertarwe en eenkoorn op de kleine akkers die rondom hun boerderij lagen. De veestapel bestond uit schapen, runderen, varkens en geiten, die graasden in een afgebakend stuk grond rondom hun woning, afgezet met gevlochten hekken. | ||
[[Categorie:Woordenschat]] | [[Categorie:Woordenschat]] | ||
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep7]] | [[Categorie:Basiswoordenlijstgroep7]] | ||
| + | [[Categorie:Prehistorie]] | ||
Versie van 3 feb 2022 00:35
Een trechterbeker is een beker met een trechtervormige bovenkant. Deze vorm van aardewerk behoorde tot de trechterbekercultuur die ook de hunebedden maakten. Deze cultuur bestond van ca. 4350 tot 2800/2700 v.Chr. en was in Nederland in het huidige Drenthe te vinden. Verder kwam de cultuur voor in Noord Duitsland. Denemarken tot Polen aan toe.
Het was een volk wat een boeren bestaan leefde. De huizen die ze bouwden hadden muren die waren gemaakt van gevlochten takken met leem en er lag riet op het dak. Deze boeren verbouwden emmertarwe en eenkoorn op de kleine akkers die rondom hun boerderij lagen. De veestapel bestond uit schapen, runderen, varkens en geiten, die graasden in een afgebakend stuk grond rondom hun woning, afgezet met gevlochten hekken.