Onderwerp (taalkunde): verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Regel 4: | Regel 4: | ||
''Hij'' is het onderwerp, want dat verricht de handeling, het eten. Het onderwerp kun je nemen door je af te vragen ''Wie/wat + handeling''. Hier zou dat bijvoorbeeld zijn ''Wie eet?'' Antwoord: Hij. | ''Hij'' is het onderwerp, want dat verricht de handeling, het eten. Het onderwerp kun je nemen door je af te vragen ''Wie/wat + handeling''. Hier zou dat bijvoorbeeld zijn ''Wie eet?'' Antwoord: Hij. | ||
+ | |||
+ | Het onderwerp staat in de eerste naamval, de nominatief. | ||
{{Navigatie redekundige ontleding}} | {{Navigatie redekundige ontleding}} | ||
[[Categorie:Taal]] | [[Categorie:Taal]] |
Versie van 20 mrt 2015 18:49
Het onderwerp, ook wel subject genoemd, is dat zinsdeel in een zin wat de handeling verricht.
Bijvoorbeeld: Hij eet.
Hij is het onderwerp, want dat verricht de handeling, het eten. Het onderwerp kun je nemen door je af te vragen Wie/wat + handeling. Hier zou dat bijvoorbeeld zijn Wie eet? Antwoord: Hij.
Het onderwerp staat in de eerste naamval, de nominatief.