Organel
Celbiologie |
---|
De dierlijke cel |
![]() |
Componenten van een dierlijke cel: |
Portaal ![]() |
Een organel is een onderdeel van een biologische cel. Het wordt ook wel een celcompartiment genoemd. Even ter vergelijking: Onder de motorkap van een auto zitten onderdelen die samen er voor zorgen dat de auto kan rijden. Al die onderdelen hebben een eigen functie, maar ze werken wel samen. Bij een cel is dat ook zoiets, waarbij de verschillende organellen een eigen functie hebben.
Alle eukaryoten (planten, dieren en schimmels) zijn opgebouwd uit dergelijke cellen. Groepen cellen vormen organen die op hun beurt ook weer een eigen functie hebben in het lichaam, de plant of een schimmel. Dus je hebt bijvoorbeeld hartcellen, longcellen, haarcellen enzovoorts.
Zoals de onderdelen onder de motorkap er voor zorgen dat de auto kan rijden, zo zijn de organellen van belang voor het laten verlopen van stofwisseling, het genereren (opwekken) van energie, het in stand houden van de celstructuur, en voor de instandhouding van het genetisch materiaal in de cel.
De meeste organellen zijn rondom voorzien van een membraan (zeg maar een soort velletje).
De grootste organellen zijn de celkern en de vacuole. Deze zijn over het algemeen duidelijk zichtbaar onder een gewone lichtmicroscoop die ook bij biologielessen worden gebruikt.