Stewarteiland
Stewarteiland | |
Land | Nieuw-Zeeland |
Hoofdstad | Oban |
Oppervlakte | 1746 km² |
Inwonersaantal | 381 |
Portaal Nieuw-Zeeland |
Stewarteiland (Engels: Stewart Island of Maori: Rakiura) is een eiland in het zuiden van Nieuw-Zeeland. Het eiland is het grootste eiland van Nieuw-Zeeland na het Zuidereiland en het Noordereiland. Stewarteiland bevindt zich ten zuiden van het Zuidereiland. Beide eilanden worden gescheiden door de Straat Foveaux. Op het eiland leven zo'n 380 mensen, waarvan het grootste deel in de hoofdplaats Oban woont. Stewarteiland valt onder de regio Southland. Het grootste gedeelte het eiland is een nationaal park.
Het eiland werd door de Europeanen voor het eerst ontdekt in 1770 door James Cook. Cook noemde het eiland Zuidkaap, aangezien hij dacht dat het eiland deel uitmaakte van het Zuidereiland. Walvisvaarder William Stewart bracht het eiland in kaart in 1809, waarna het eiland vervolgens vernoemd werd. Het hoogste punt van het eiland is Mount Anglem en het grootste gedeelte is moerasachtig. Voor de kusten liggen enkele kleinere eilanden, die onbewoond zijn. Tussen Oban en het plaatsje Bluff op het Zuidereiland is een regelmatige veerbinding per boot. Daarnaast is er een klein vliegveld op het eiland voor een verbinding met Invercargill.
85% van het eiland bestaat een nationaal park. De bevolking leeft voornamelijk van de landbouw, visserij en het toerisme. In 2005 was er een 1 aprilgrap door de Nieuw-Zeelandse televisiezender TV3, waarbij werd gezegd dat Stewarteiland aan de Amerikanen verkocht zou worden. Dit leidde tot veel telefoontjes naar de televisiezender. Later die dag maakte de televisiezender bekend dat het inderdaad een 1 aprilgrap was.