Slag aan de Somme
Slag aan de Somme | |
Britse soldaten verlaten hun loopgraaf voor een aanval op de Duitse stellingen | |
Datum | 1 juli - 18 november 1916 |
Locatie | Somme, Frankrijk |
Resultaat | Onbeslist, geen terrein gewonnen door beide partijen |
Strijdende partijen | |
Verenigd Koninkrijk Frankrijk |
Duitse Keizerrijk |
Leiders | |
Douglas Haig Ferdinand Foch |
Otto von Hügel Fritz von Below |
Troepensterkte | |
51 Britse en 48 Franse divisies (uiteindelijk) | 50 divisies (uiteindelijk) |
Verliezen | |
420.000 Britten, 200.000 Fransen, Totaal: 620.000 doden |
470.000 doden |
Portaal Eerste Wereldoorlog |
De Slag aan de Somme (1916) was een grote veldslag tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Brits offensief
De Fransen dreigden bij Verdun onder de Duitse druk te bezwijken. Om die druk te verlichten werd door hun Britse bondgenoten een groot offensief aan de rivier de Somme in Noord-Frankrijk gelanceerd.
Dat offensief begon 1 juli 1916 met een daverend, uren durend kanonvuur. Over een breedte van 30 km drongen 140.000 geallieerde soldaten, voornamelijk Britten en soldaten uit de Britse koloniën, maar ook Fransen, voorwaarts. Hierbij werden door de Britten voor het eerst dienstplichtigen ingezet..De Duitse verdedigingsgordel was drie loopgraven en 1000 meter diep. Het geallieerde plan was de voorste loopgraaf de eerste dag bij verrassing in te nemen, om daarna achtereenvolgens de volgende twee te veroveren. Dan was de verhoopte doorbraak van het front, dat nu al bijna twee jaar muurvast zat, bereikt.
Maar wat men toen nog niet wist, was dat bij een dergelijke aanval de verdedigers altijd in het voordeel zijn. De Duitsers hoefden alleen maar dekking te zoeken in hun veilige stellingen. Ze keken met verrekijkers toe hoe de Britten uit hun loopgraven tevoorschijn kwamen en brachten hun mitrailleurs in stelling zodra het kanongebulder zweeg. De Britten rukten langzaam op - schouder aan schouder - het geweer in de aanslag.
Een slachting
Het resultaat was een slachting: ruim 60.000 Britten op één dag, gesneuveld, gewond of gevangen genomen. Maar de Britse opperbevelhebber Haig bleef oprukken. Zowel overdag als 's nachts. En dat vijf maanden achtereen. Hij slaagde er in een wig van ongeveer acht kilometer diep in de Duitse stellingen te drijven aan de overkant van de Somme. Maar van een grote doorbraak was nergens sprake.
De eerste tank
Op 15 september lanceerden de Britten een nieuw wapen: de tank. Die was bedoeld als middel tegen de mitrailleur en voor het platwalsen van prikkeldraad. Tweeëndertig tanks vielen aan met de voorhoede van twaalf divisies bij het Franse dorpje Flers-Courcelette, Moeizaam werd twee kilometer terrein gewonnen, gedrenkt in bloed. Maar de tank was nog verre van volmaakt, en als hij al niet in de modder bleef steken viel hij ten prooi aan Duitse handgraten. Het pantser van de tanks was ook niet zo geweldig, zo kon je met een pistool van buiten door het pantser komen en was de bovenkant vaak van hout. Ook zat het magazijn zo dat je de tank in een schot kon opblazen. Tot overmaat van ramp was de nooduitgang te klein, als de tank in brand stond was het einde verhaal voor de bemanning.
Uitgeput
Enorme stortbuien in oktober en begin november maakten een eind aan de Slag aan de Somme. De grond was veranderd in een moeras. In oktober vorderden de geallieerden, en in november moesten ze al weer terrein prijsgeven. Beide partijen waren de uitputting nabij. De geallieerde verliezen bedroegen een half miljoen man. Ze hadden 80 miljoen granaten verschoten voor een terreinwinst van maximaal 18 kilometer. De Duitse verliezen waren ongeveer even groot.