Razzia's van Meensel-Kiezegem

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Monument voor de slachtoffers bij de Sint-Pieterskerk te Kiezegem

De razzia's van Meensel-Kiezegem gaat over gebeurtenissen binnen de Vlaamse Beweging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er vindt een opmerkelijke scheuring plaats binnen de beweging. Het ene deel heult met de Duitse bezetter in de hoop om Vlaanderen onafhankelijk te ķrijgen met hulp van de Nazi's, terwijl een ander deel juist in het verzet gaat tegen diezelfde Nazi's.

In het dorp Meensel, had je onder meer een verzetsgroep van de Nationale Koninklijke Beweging (NKB), die onderdak verstrekte aan ontsnapte krijgsgevangenen of neergestorte geallieerde piloten. Het dorp Kiezegem was eerder in de greep van de collaboratie (heulen met de bezetter), met voorop de families van de herenboeren Merckx en Broos. Vader Remy Merckx en zijn zonen waren aangesloten bij het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) en andere collaborerende organisaties.

De aanslag op Gaston Merckx

Drie Gewapende Partizanen uit het nabij gelegen Leuven met de schuilnamen Léon, René en Gilberte fietsten op 30 juli 1944 naar Meensel-Kiezegem. Waarschijnlijk op grond van afgeluisterde informatie van het verzet, pleegden zij een aanslag met dodelijke afloop op de zoon van Remy Merckx, Gaston Merckx, die op weg was naar de kermis te Attenrode.

Razzia van 1 augustus

Twee dagen na de moord volgde een eerste vergeldingsactie. Samen met tientallen Vlaamse en Duitse SS'ers en SD'ers, vond er een razzia plaats in zeven woningen in Meensel. Drie personen werden zonder vorm van proces neergeschoten: Gust Craeninckx, die in zijn schuur soms verzetslieden liet overnachtten, stationschef Oscar Beddegenoodts, die zelf in het verzet zat, en boer Petrus Vandermeeren, die om zijn zuster ruzie had met de familie Merckx. Vijftien personen, onder wie vier vrouwen, een meisje en een jongetje, werden gearresteerd en naar Leuven gevoerd.

Vervolg

De begrafenis van Gaston Merckx vond plaats op 3 augustus. Op het doodsprentje en door uitlatingen van moeder Clémentine werd duidelijk gemaakt dat er nog meer vergeldingen zouden gaan plaats vinden. Met 350 manschappen, waaronder leden van de Germaansche SS Vlaanderen en de Vlaamse Wacht en een vijftigtal Duitse Feldgendarmen, werd het dorp Meensel in de vroege ochtend omsingeld. Drie gevechtsgroepen onder Tony Van Dyck, Jozef Bachot en Jef De Meyer dreven bijna de hele mannelijke bevolking samen op de speelplaatsen van de meisjesschool van Meensel en de jongensschool van Kiezegem. Iedereen moest langs bij de gemaskerde broers Albert en Maurice Merckx, die twee gemartelde NKB'ers aan zich hadden vastgebonden, Prosper Naetens en Alfons Hendrickx. De zwaar mishandelde verzetsleiders moesten van ieder zeggen of hij wel bij het verzet was of niet. 76 personen, waaronder drie vrouwen, werden gearresteerd en weggevoerd. De meesten hadden echter weinig of niets met het verzet te maken.

Op transport gezet

De gevangen genomen dorpelingen werden naar de Gestapo van Leuven gebracht in de Vital Decosterstraat en dan opgesloten in de Centrale Gevangenis. Enige dagen later werden ze naar het Brusselse Gestapohoofdkwartier op de Louizalaan vervoerd en na een korte ondervraging opgesloten in de Gevangenis van Sint-Gillis.

Van de totale groep van 91 Meenselse gevangenen werden er 85 op transport gezet naar Neuengamme of een van zijn buitenkampen zoals Bergen-Belsen. De 71 gevangenen die in Neuengamme en buitenkampen terechtkwamen, werden afgebeuld in kleigroeven, wapenfabrieken en andere dwangarbeid. Ze stierven meestal door honger, mishandeling en ontbering. Slechts acht van hen kwamen levend terug.

Balans

Deze zogenaamde "zuiveringsactie" leidde tot vier doden ter plaatse en 91 gevangenen, onder wie 63 personen uit Meensel en 15 uit Kiezegem. Van de gevangenen zijn er zeven vrijgelaten uit Leuven en Brussel, dertien bevrijd uit de zogeheten Spooktrein die nooit in een kamp aankwam door toedoen van de machinist en 71 mensen die gedeporteerd waren naar Neuengamme. Uiteindelijk keerden acht gedeporteerden levend terug, naar een dorp met 44 nieuwe weduwen en 112 kinderen wiens ouder omkwamen.

Gerechtelijke vervolging

De oorlogsmisdadigers van Meensel-Kiezegem vluchtten vóór de bevrijding weg. Vader en moeder Merckx werden op 23 mei 1946 door de Krijgsraad van Leuven veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, net als een zoon en een dochter. Ze kwamen vervroegd vrij gelaten maar keerden niet naar hun dorp terug. De drie voortvluchtige broers Marcel, Albert en Maurice kregen zoals dat heet bij verstek de doodstraf maar werden nooit gevonden. Ook kopstukken (belangrijke figuren) die met de Duitsers hadden geheuld werden nooit gestraft. Verzetsman Frans Vranckx bekende in 1947 de moord op Merckx maar werd niet vervolgd. Zijn identiteit kwam pas in 2004 aan het licht.

Monument

In Meensel-Kiezegem hielden verschillende verenigingen de herinnering levend, onder andere door het oprichten van een monument. Ze gingen uiteindelijk samen in de Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en Rechthebbenden Meensel-Kiezegem '44. Onder hun initiatief opende in 2019 het Museum44.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Razzia%27s_van_Meensel-Kiezegem&oldid=955196"