Mindmap
Een mindmap of gedachtenkaart is een manier om te studeren, maar je maakt ook een soort van visuelesamenvatting.
Je maakt een mindmap door het thema of onderwerp in het midden weer te geven. Vervolgens bedenk je onderwerpen die met dit thema te maken hebben. Dat wordt associeren genoemd. Deze verbind je aan het thema van de mindmap. Je kunt ook deelonderwerpen toevoegen aan de onderwerpen die je bij het thema bedacht hebt. Deze verbind je dan weer aan het onderwerp waar het bij hoort. Om je mindmap overzichtelijk te houden gebruik je korte woorden of tekeningetjes. Door kleuren in je mindmap te gebruiken zorg je voor een duidelijke ordening.
Mindmaps (gedachtenkaarten) zijn een goed hulpmiddel bij het maken van een spreekbeurt, werkstuk en dergelijke. Je ordent als het ware je gedachtes. Ook de zogeheten 5-W's kun je hier goed bij gebruiken:
- Wie ...?
- Wat ...?
- Waar ...?
- Waneer ...?
- Welke hoedanigheid of kortweg Hoe ...?
Door jezelf deze vragen te stellen, gekoppeld aan het onderwerp of thema, kom je vanzelf op nieuwe associaties.
Bijvoorbeeld bij het onderwerp tennis:
- Wie spelen er zoal tennis,
- Wat gebruik je bij tennis
- Waar speel je tennis
- Waneer werd tennis uitgevonden
- Hoe speel je tennis
Ongetwijfeld kun je 'doorborduren' op elk van de 5-W's, bijvoorbeeld, Wie zijn er allemaal aanwezig bij een tenniswedstrijd enzovoorts.
Er zijn ook computer-programma's te vinden waarin je een mindmap kunt maken. Een gewoon vel papier met zelfklevende post-it papiertjes werkt ook uitstekend.