Macht (samenleving)
Macht is een positie die iemand kan hebben. Macht kun je krijgen, maar ook nemen. Macht zou je kunnen omschrijven als een invloed die je hebt op andere mensen. Je kan macht hebben als baas van een fabriek, maar ook macht als een politieagent. Je kan veel macht hebben, zoals de president. Ook kun je weinig macht, zoals een kleuterjuf. Ze heeft wel macht, maar niet veel.
Hoe krijg je macht?
Macht kan je krijgen door hard te werken, een goede studie te doen en je dan opwerken om een president te worden. Maar macht kan je ook per ongeluk krijgen door als je bijvoorbeeld in een koninklijke familie wordt geboren en dan krijg je macht zonder dat er zelf over na kan denken. Niet elke koning heeft meer de macht zoals vroeger. Dat hangt af hoe een regering is georganiseerd.
De geschiedenis
Macht bestaat al heel lang; al sinds dat de mens bestaat. Toen had je de macht van de sterkste. En dat veranderde steeds meer naar wie de meeste spullen en het grootste huis had (bezit). En uiteindelijk groeide die huizen naar kastelen en daarmee groeide ook de macht. Dit noemen we een feodale macht of adellijke macht. In dit geval heeft de kasteelheer de macht over het volk in de omliggende dorpen van het kasteel, zoals in de middeleeuwen.
Na verloop van tijd kregen juist de steden en de daar wonende handelaren meer macht. Denk aan de tijd van de VOC.
Je had uiteindelijk ook verschillende vormen van macht, vooral bij de adel. Zo had je van klein naar groot een graaf met een graafschap, een hertog met een hertogdom, een koning met een koninkrijk en tenslotte een keizer met een keizerrijk. Die had de meeste macht van zijn land (gebied). En die keizer kon andere mensen ook macht verlenen, simpelweg omdat het gebied zo groot was dat hij niet overal tegelijk kon zijn en de mindere machthebbers voor hem liet werken (regeren).
In veel landen (zoals Nederland en België) bestaat er tegenwoordig een trias politica (scheiding der machten). De triaspolitica is een idee van de Franse filosoof Montesquieu. Om machtsmisbruik te voorkomen verdeelde hij de macht in drie delen:
- De uitvoerende macht; dit is de regering. De regering voert de wetten uit en zorgt voor het dagelijks bestuur van het land.
- De wetgevende macht; dit is het parlement. Het parlement controleert de regering en stemt over de wetten.
- De rechtsprekende macht; dit zijn de rechtbanken en rechters. Zij oordelen of iemand schuldig is of niet.
Tegenwoordig hebben de meeste landen een vorm van trias politica. Toch zijn er ook landen waarin dit niet geldt. Dit zijn vaak dictaturen, waarin de macht bij één iemand of een klein groepje mensen ligt. Een bekend voor beeld is Noord-Korea.
In Nederland had de koning vroeger alle macht in handen. Sinds 1848 is dit niet meer het geval. Veel macht van de koning is toen overgedragen aan de regering en het parlement (Eerste en Tweede Kamer). In België had de koning al sinds 1830 vrij weinig macht. Over de jaren heen is de macht van de Nederlandse en Belgische koning nog verder afgenomen. Dit komt doordat de koning niet democratisch gekozen is.
In Nederland worden leden van politieke partijen door het volk gekozen om in een bestuur te gaan zitten. Er zijn drie bestuurslagen:
- De gemeente met wethouders, die worden geleid door de burgemeester
- De provincie, die uit hun midden de leden van de eerste kamer kiezen
- Het landelijke bestuur door de regering
Bij elke laag kiest het volk personen van politieke partijen. In principe krijgen de partijen met de meeste stemmen de macht en vormen samen het bestuur. Bij de landelijke bestuurslaag levert de grootste (winnende) partij meestal de minister-president. Met een aantal andere partijen vormen ze een afspraak (een akkoord) en worden de regering. Dat proces tot het komen van het akkoord heet de formatie. Een aantal partijleden wordt minister of staatssecretaris. De overige mensen komen in de tweede kamer
De partijen die niet in het bestuur komen, noem je de oppositie en die hebben ook vertegenwoordigers in de tweede kamer. Samen vormen zij dus de controlerende macht.
Om de vier jaar zijn er voor elke bestuurslaag verkiezingen.
Machtsmisbruik
Niet iedereen kan met macht om gaan, dit merk je erg door de geschiedenis heen. Als je het bijvoorbeeld over de Tweede Wereldoorlog hebt, dan kun je denken; Hitler had eigenlijk nooit aan de macht mogen komen. Hij was van mening dat alle mensen die hij niet geschikt vond, zoals de joden en mensen die een stoornis hadden, dat die dood moesten. En hij dacht dat hij dat allen maar kon bereiken door alle landen te veroveren en iedereen te vermoorden waarvan hij dacht dat ze er niet bij hoorden. Wat natuurlijk niet werkt, omdat alle mensen nodig zijn op deze wereld. Dit noem je een overheersende macht.
Toch heeft hij dan ook heel veel mensen vermoord. En we zouden er allemaal liever niet over na denken wat er was gebeurd als Hitler had gewonnen, en nu over de wereld zou heersen. Hij gebruikte zijn macht verkeerd; om anderen kwaad te doen. En als je dat doet, heet dat machtsmisbruik.
Macht in andere landen
In Nederland is de macht vrij gelijk verdeeld. Je mag stemmen als je 18 jaar of ouder bent. Ook ligt de macht niet bij één persoon of één klein groepje mensen.
Maar dat is niet in alle landen goed geregeld. In een aantal landen beslist de alleen heersende machthebber alles en jij hebt daar als burger niets over te zeggen. En soms kunnen dergelijke machthebbers het land niet goed regeren. Als het niet goed gaat met een land, dan heeft dat vaak met de economie van deze landen te maken.
In elk land is het zo, dat je belasting moet betalen. Belasting zit op van alles. Dat gaat dan naar de regering. En die moeten het geld weer verdelen over belangrijke zaken zo als voor uitkeringen of scholen. Maar in sommige landen is dat moeilijk omdat er veel werkloosheid is of omdat het geld oneerlijk verdeeld wordt.