Luchtdruk

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Wat is lucht?

Lucht is overal om ons heen. Je ruikt het niet, je ziet het niet en je kan het niet vastpakken. Wat we ruiken en zien zijn gassen die in de lucht aanwezig zijn. Wat we voelen is de verplaatsing van lucht, dit noemen we wind. Lucht is altijd om ons heen. Mensen, dieren en planten kunnen niet leven zonder lucht. De lucht die wij inademen is een mengsel van verschillende stoffen. De bekendste stoffen zijn stikstof, zuurstof, waterdamp en koolstofdioxide.

Wat is luchtdruk?

Lucht bestaat uit hele kleine deeltjes die je met het blote oog niet kan zien. We noemen deze kleine deeltjes moleculen. De moleculen verplaatsen zich continu van een plaats met veel moleculen naar een plaats met weinig moleculen. Door de verplaatsing botsen de moleculen op elkaar en op andere objecten in de lucht, hierdoor ontstaat luchtdruk.

Je zou het niet denken, maar lucht heeft gewicht. Één liter lucht weegt ongeveer 1,3 gram. Dat lijkt heel weinig, maar er is natuurlijk veel meer lucht op de aarde dan maar één liter. Luchtdruk is de kracht die het gewicht van de lucht op de aarde drukt. Soms drukt de lucht hard en soms minder hard. Dat is afhankelijk van hoe hard en hoe vaak de moleculen op elkaar botsen.

Een barometer. De wijzer op de wijzerplaat geeft aan hoe hoog de luchtdruk in de omgeving is.

Hoe wordt luchtdruk gemeten?

Een meteoroloog bestudeert het weer en brengt de weersverwachtingen uit. Hiervoor gebruikt de meteoroloog onder andere een barometer. Een barometer meet de luchtdruk in een gebied. In een barometer zit een luchtledig doosje: er zit geen lucht in. Dit doosje wordt samengeperst door de hoogte van de luchtdruk. Hoe hoger de luchtdruk is hoe meer het doosje wordt samengeperst. Een wijzer geeft op de wijzerplaat aan hoe hoog de luchtdruk is. De luchtdruk wordt uitgedrukt in millibar.  

Wat is de invloed van luchtdruk op het weer?

Onder andere de luchtdruk bepaalt het weer in een gebied. De luchtdruk verandert ieder moment, net als het weer. Het weer wordt mede bepaald door de plaats van de hoge- en lagedrukgebieden.

Een hoge luchtdruk betekent vaak dat het zonnig weer wordt zonder regen. Dat komt omdat bij een hogedrukgebied de druk van de lucht hoger is vergeleken met de omgeving. Doordat de druk hoog is, daalt de lucht van grote hoogte naar beneden: de lucht drukt zichzelf richting het aardoppervlakte. Hoe dichter de lucht bij het aardoppervlakte komt hoe meer de lucht opwarmt. Als de lucht warmer wordt, zet het uit en kan de lucht meer waterdamp vasthouden. Hierdoor vormen er geen losse waterdruppels en is de lucht helder en onbewolkt.

Op deze weerkaart zie je duidelijk het verschil in drukgebieden. De rode L staat voor een lagedrukgebied. De blauwe H staat voor een hogedrukgebied.

Een lage luchtdruk betekent vaak dat er slecht weer op komst is. De kans op bewolking en regen is groot. Dit is te verklaren doordat de moleculen in de lucht zich altijd verplaatsen van een plaats met veel moleculen naar een plaats met weinig moleculen. In een lagedrukgebied is de druk laag vergeleken met de omgeving. De lucht stijgt daardoor op en koelt af. Hierdoor houdt de lucht minder waterdamp vast. Er ontstaat bewolking dat vaak gepaard gaat met regen.

Als de luchtdruk snel verandert, wordt er vaak storm of hevige wind voorspeld. Wind is de verplaatsing van lucht over de aarde. Bij wind kijken we onder andere naar de windkracht. De windkracht wordt bepaald door hoe ver het hoge luchtdrukgebied van het lage luchtdrukgebied afligt.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Luchtdruk&oldid=671557"