Inca's

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Inca)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Inca-expansion.png

De Inca's woonden in Zuid-Amerika aan het Andes gebergte wat van het noorden tot het zuiden van hun koninkrijk liep. Zij waren een van de 3 grootste volken van Amerika het strekte zich uit tot aan 1532 toen werd het volk veroverd door de Spanjaarden. De incakoning Atahualpa werd gevangengenomen en de zonen van de koning werden waarschijnlijk vermoord.

Cultuur

De Inca's waren goede architecten. Ze bouwden bruggen over het water, goede en sterke forten en verbazingwekkende tempels. Alle Incapaden bij elkaar zijn 22.000 kilometer waarvan bijna alle paden nog heel zijn. De huizen van de Inca’s waren aardbevingsbestendig ondanks dat er geen cement gebruikt werd. Op de wegen reden geen karren (wagens) omdat ze het wiel nog niet hadden uitgevonden. De Inca’s geloofde in de zon en de maan, er werden zonnefeesten gehouden om te zorgen dat de maan de zon niet stopten. De zonnegod heette Inti en de god van de maan heette Quilla. De oppergod heette Viracocha. Hun geloof heette Intioisme. De Inca’s geloofden in het leven na de dood. Ze vereerde ook hun voorvaderen. Dat was heel belangrijk voor de Inca's. Op het platteland werden de mensen gebalsemd (gemummificeerd). Er werden vaten voedsel bij het graf gelegd. Dat was nodig voor het leven na de dood. De bergen rond Machu Picchu werden door de Inca’s waarschijnlijk als goden vereerd. De Inca’s spraken Quechua; een Amerikaanse taal maar dan een zuidelijke variant. De taal kwam oorspronkelijk uit het kustgebied van Peru maar het werd al snel door de Inca’s gebruikt. De kleding van de Inca's werd gemaakt van wol of katoen. Als het koud was hadden ze een wollen mantel om en aan de voeten wollen sandalen. Inca's die hoger in rang stonden hadden dezelfde kleren alleen dan van een betere kwaliteit. Het Incarijk draaide om landbouw. Daarom waren de meeste Inca's boeren. Ze zaaiden maïs, aardappelen, cacao, tomaten en tabak wat ze in de oude wereld nog niet kenden. De mannen werkten op het land terwijl de vrouwen kleding en maisbier maakte. Het hoofd van de Inca's, Sapa Inca, was de baas van het leger. De Inca`s hadden allemaal militaire rangen zoals:

  • de 'Chunka Camayoq' had 10 mensen onder zich.
  • de 'Pachaq Camayoq' had 100 mensen onder zich
  • de 'Waranqa Camayoq' had 1000 mensen onder zich
  • de 'Apu' was de kapitein van 2500 mensen
  • de 'Hatun Apruratin' was een onderbevelhebber met 5000 mensen onder zich
  • de hoogste bevelhebber was de generaal, die 10.000 mensen onder zich had

De Inca's die in het oosten woonde waren experts met de boog. De kuststammen gebruikte vaak speren en werpbijlen. Sommige stammen gebruikten bola's. Dat waren 2 of 3 stenen die werden aan een koord waren gebonden. Het werd rond de benen gespannen bij een mens of een dier. Het kon daarom ook grote wonden veroorzaakten. Toen het leger op zijn hoogtepunt was waren er 250.000 soldaten die houten zwaarden gebruikten met een brons snijvlak. De Inca's hadden ook een bijzonder wapen: De zogenaamde Brandbommen. Dat waren gloeiende stenen. Daar goten ze brandende vloeistof overheen en ze bonden er een lint omheen. Daardoor ging het lint wrijven en vatte vlam. De Inca's begonnen hun gevechten met veel lawaai. Toen kwamen de slingerlaars met de boogschutters toen kwamen de pijlwerpers en de bola's. Toen begon er een gevecht met zwaardvechters, de reserve troepen werden weggelaten van het gevecht. Ze werden alleen gestuurd als het nodig was.

Goden

Lang geleden, bij de Azteken, was geloof heel belangrijk. Ze hadden heel veel goden en godinnen, meer dan je kunt tellen! Deze goden hadden invloed op bijna alles wat de mensen elke dag deden. Bijvoorbeeld, omdat de Azteken veel aan landbouw deden, hadden ze veel goden die over planten en oogsten gingen. De Azteken geloofden dat de aarde vol zat met magische krachten die alles lieten groeien en zelfs leven gaven, maar ook ziektes en de dood brachten. Mensen waren vaak bang en bezorgd, dus ze deden van alles om de goden blij te maken, zodat ze veilig konden leven. De Azteken vierden wel zo'n tweehonderd feesten per jaar, met allerlei speciale rituelen die steeds weer terugkwamen. Zo hielden ze hun goden tevreden en hoopten ze op een goed leven.

Enkele belangrijke goden zijn:

  • APO - God van de bergen.
  • APOTEQUIL - God van de bliksem.
  • ATAGUCHU - God betrokken bij de scheppingsmythe.
  • CATEQUIL - God van de donder en bliksem.
  • CHASCA COYLLUR - Godin van bloemen en jonge meisjes.
  • COPACATI - Meergodin.
  • EKKEKO - Huisgod en god van de rijkdom.
  • HUTZILOPOCHTL - Oorlogsgod.
  • ILLAPA - God van donder en bliksem.
  • MAMA COCA (of COCOMAMA) - Godin van gezondheid en geluk.
  • OMETECUHLTI en OMECIHUATL - Scheppers van al het leven.
  • QUETZALCOATL - "Gevederde slang", god van beschaving en kennis.
  • TEZCATLIPOCA - "Rokende Spiegel", god van de Nacht en Tovenarij.
  • TLALOC - God van de Regen.
  • TONANTZIN - "Geëerde grootmoeder", een van de namen van de godin van de Aarde.
  • TONATIUH - De zon.
  • XIPE TOTEC - God van de lente.
  • XIUHTECUHTLE - Vuurgod.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Inca%27s&oldid=848471"