Hakhout
Hakhout wordt gebruikt om hout te produceren. Een ander woord voor hakhout is strubbel. Bij hakhout worden de stammen van een boom afgezaagd. De boom gaat dan opnieuw groeien en krijgt dan meer stammen. De plant lijkt dan een beetje op een struik. Hakhout wordt om de zoveel tijd afgezaagd en het hout wordt voor meerdere dingen gebruikt. Het afzagen wordt ook wel afzetten genoemd. Het hout kan gebruikt worden als brandhout maar ook om gereedschap van te maken. Bomen die veel gebruikt worden voor hakhout zijn de wilg en de eik maar de els en de es kunnen ook gebruikt worden als hakhout. Hakhout wordt tegenwoordig niet meer gebruikt voor het produceren van hout omdat dit te duur is. Wel wordt er nog steeds hakhout onderhouden omdat mensen het belangrijk vinden omdat dit bijzonder is en een onderdeel van de geschiedenis is omdat het al vanaf de middeleeuwen bestaat.
Eikenhakhout
Eikenhakhout groeit veel op plaatsen waar de grond bestaat uit zand. Vroeger werd deze vorm van hakhout veel gebruikt om snel geld te kunnen verdienen. Eikenhakhout kon namelijk sneller verkocht worden dan wanneer men grote eiken liet groeien wat meer dan 100 jaar kan duren voor deze groot zijn. Eikenhakhout kan al veel eerder geoogst worden. Eikenhakhout wordt iedere 10 tot 15 jaar geoogst. Eikenhakhout kan tot 40 jaar na de laatste keer oogsten alsnog geoogst worden. Wacht je langer dan gaat de plant dood.
Wilgenhakhout
Wilgenhakhout komt voor op grond die nat is en groeit sneller dan het eikenhakhout. Het wilgenhakhout wordt dan ook iedere drie tot vier jaar geoogst. Dit wilgenhakhout kan ook gebruikt worden als brandhout ondanks dat het op natte grond groeit.