Europese staatsschuldencrisis

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Europese staatsschuldencrisis of de eurocrisis was een financiële crisis, die uitbrak in 2009 en duurde tot aan 2014. De crisis was het gevolg van de wereldwijde kredietcrisis uit 2008. Als het gevolg van deze crisis kon Griekenland, een lidstaat van de Europese Unie en eurozone, zijn schulden niet meer zelfstandig betalen. Jarenlang bleek het land te hebben gelogen over zijn schulden, die veel hoger waren dan gedacht.

De staatsschulden van Griekenland zorgden ervoor dat de gehele eurozone en ook andere landen in een crisis terecht kwamen. Ook was er veel onrust in andere lidstaten met hoge staatsschulden, zoals Portugal, Spanje, Italië, Ierland en Cyprus. Met hulp van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en veel andere EU-lidstaten wist men Griekenland (en andere lidstaten) te redden en uiteindelijk uit de crisis te komen.

Voorgeschiedenis

Griekenland en de euro

Om te weten hoe de Eurocrisis kon ontstaan, moet men helemaal teruggaan naar 1992. Toen werd in het verdrag van Maastricht besloten dat alle EU-lidstaten, met uitzondering van Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, een gezamenlijke munteenheid moesten invoeren. Deze munteenheid werd uiteindelijk de euro. Aan het einde van de jaren negentig kregen veel lidstaten een uitnodiging om de euro in te voeren, maar Griekenland kreeg er geen een! In het verdrag was namelijk afgesproken dat de staatsschuld van een land onder de 60% van het bnp moest zijn. Dit was nodig om te verzekeren dat de euro stabiel bleef. Griekenland had een staatsschuld die veel hoger was, waardoor Griekenland de Griekse drachme moest behouden als munteenheid.

Onthoud hierbij dat Griekenland altijd al een zwakke economie had gehad. Er was veel corruptie, veel markten en beroepen werden door de overheid beschermd en veel mensen werkten bij de overheid. Een Amerikaanse bank kwam uiteindelijk met een oplossing door de staatsschuld te wisselen in andere valuta waardoor deze minder waard leek. Dit werkte uiteindelijk, waardoor Griekenland toch in 2002 de euro kon invoeren als vervanging van de drachme. Hoewel de staatsschuld nog steeds groeide, maakte de overheid zich niet erg veel zorgen. De economie groeide gestaag en de staatsschuld kon worden afgelost met nieuwe leningen.

De Amerikaanse kredietcrisis

De kredietcrisis ontstond in de Verenigde Staten nadat banken besloten hypotheken te geven aan mensen voor huizen, waarvan men vooraf wist dat deze niet teruggegeven werden. Banken verloren hierdoor veel geld. Aangezien banken belangrijke instellingen zijn de economie en de VS de grootste economie waren op dat moment, zorgde dit ook voor een crisis wereldwijd.

Banken gaven door het verloren geld minder leningen uit. Hierdoor kon Griekenland de staatsschulden niet meer betalen en werd de staatsschulden zelf werden steeds hoger. Het leek wel alsof het land zonk in zijn eigen leningen. Overigens kregen meer landen last van meer staatsschulden dat toegestaan. Voor landen met een sterke economie, zoals Duitsland, is het niet echt een probleem als dit wat hoger is. Enkel Finland, Estland, Bulgarije, Letland, Litouwen, Luxemburg, Polen, Roemenië, Slowakije, Tsjechië en Zweden wisten gedurende de gehele crisis onder de 60% te blijven.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Europese_staatsschuldencrisis&oldid=614197"