Bamboefluit
De fluit, vooral de beenfluit, is een van de oudste bekende muziekinstrumenten. Voorbeelden van paleolithische botfluiten bestaan al meer dan 37.000 jaar, en zijn ontdekt door archeologen. Terwijl de oudste fluiten die momenteel bekend zijn in Europa werden gevonden, heeft ook Azië een lange geschiedenis met het instrument tot op de dag van vandaag. In China werd ook een bespeelbare botfluit ontdekt, ongeveer 9000 jaar oud.
Historici hebben ontdekt dat de bamboefluit ook een lange geschiedenis heeft, vooral in China en India. Fluiten zijn afgebeeld in schilderingen en andere kunstwerken vanaf de Zhou-dynastie. De oudste geschreven bronnen laten zien dat de Chinezen de kuan (een rietinstrument) en hsio (of xiao, een eindgeblazen fluit, vaak van bamboe) gebruikten in de 12e-11e eeuw voor Christus, gevolgd door de chi (of ch'ih) in de 9e eeuw voor Christus en de yüeh in de 8e eeuw voor Christus. Hiervan is de chi de oudst beschreven dwarsfluit en werd gemaakt van bamboe. De Chinezen hebben een woord, zhudi, wat letterlijk 'bamboefluit' betekent. Hoewel bamboe eigenlijk een gras is, wordt de bamboefluit wel bij de houtblazers gerekend.
De dwarsfluit was volgens onderzoeker Curt Sachs 'het uitstekende blaasinstrument van het oude India'. Hij zei dat religieuze kunstwerken die 'hemelse muziek'-instrumenten uitbeelden, gekoppeld waren aan muziek met een 'koninklijk of goddelijk karakter'. De Indiase bamboe dwarsfluit, Bansuri, was heilig voor Krishna (Hindoeïstische god), en hij wordt afgebeeld in de hindoeïstische kunst met het instrument. In India verscheen de dwarsfluit in reliëfs (platte beeldhouwwerken) uit de 1e eeuw na Christus in Sanchi en Amaravati uit de 2e-4e eeuw na Christus.
In de moderne tijd worden bamboefluiten vaak gemaakt op plaatsen waar er gemakkelijke toegang is tot bamboe, waaronder Azië, Zuid-Azië en Zuidoost-Azië, Zuid-Amerika en Afrika. Een voorbeeld hiervan is de Japanse Komabue, die dwars geblazen wordt.
De bamboefluiten uit verschillende landen hebben ook een verschillende blaasopening. Je houdt de bovenzijde van de fluit tegen je onderlip met de opening of afgeschuinde kant er tegenover. Je blaast over het gat zoals over een flesje om het geluid te maken. Het mondstuk van de Thaise Khlui is het meest vergelijkbaar met dat van een blokfluit (klik op de afbeelding voor een vergroting):
Mondstuk van een blokfluit (doorsnede)
In alle gevallen wordt de luchtstroom (bij de afbeelding van de blokfluit is dat bij B) vanuit de mond op het scherpe randje gesplitst (bij de afbeelding van de blokfluit is dat bij C). De luchtstroom beweegt afwisselend boven en onder het scherpe randje, het labium. Hierdoor krijg je een luchttrilling in de buis dat geluid geeft. Afhankelijk van het aantal gaten dat je dicht houdt met je vingertoppen verandert de toon. Hoe meer gaten dicht, hoe lager de toon. Bij de Japanse bamboe dwarsfluiten wordt er over een gat geblazen, waarbij de rand van het gat de luchtstroom splitst.
Links
- SchoolTV - Blokfluit en andere houtblazers
- YouTube - Fluiten van bamboe