The Canterbury Tales
The Canterbury Tales (De Canterbury-verhalen) is een in het Middelengels geschreven 14e-eeuws boek van Geoffrey Chaucer. Het gaat om een zogeheten raamvertelling over een bedevaartstocht naar Canterbury. Chaucer had gepland dat ieder personage twee verhalen zou vertellen, maar hij stierf voordat het gedicht voltooid was. Van de geplande 120 verhalen zouden er uiteindelijk slechts 24 worden gepubliceerd.
Inhoud en structuur
De verhalen worden verteld door een groep pelgrims die op pelgrimstocht zijn van Southwark naar Canterbury om het graf van Thomas Becket in de kathedraal van Canterbury te bezoeken. De Canterbury Tales zijn geschreven in het Middelengels. De verhalen zijn het belangrijkste werk van Chaucer en de structuur is overgenomen uit de Decamerone van de Italiaan Giovanni Boccaccio, die Chaucer mogelijk heeft gelezen toen hij Italië halverwege de 14e eeuw bezocht. De verhalen zijn grappig, openhartig en bieden een realistische inkijk op het middeleeuwse Engeland. De groep reizigers bestaat uit mensen met verschillende achtergronden, van verschillende leeftijden en met verschillende meningen over de meeste dingen. Chaucer wisselt stijl en taal af, zodat de karakters van de vertellers worden weerspiegeld in de verhalen die ze vertellen; Zo vertelt de ridder een hoofs verhaal, de abdis een heiligenlegende en de dronken molenaar een fabliau.
De meeste verhalen (22) zijn in versvorm geschreven in de jambische pentameter, dus met vijf heffingen in elke versregel. De jambische pentameter is een onbeklemtoonde lettergreep, gevolgd door een beklemtoonde lettergreep. De (eind)rijmen zijn gepaard, dus aa-bb-cc enzovoort.
General Prologue
Het boek begint met een 'General Prologue' (algemene proloog), waarna ieder personage aan de beurt komt met een verhaal. Om een idee te geven van het Middelengels en van Chaucers stijl, volgt een fragment uit de proloog: