Táin Bó Cúailgne
Táin Bó Cúailgne (De runderenroof van Cuailgne) is een verhaal uit de Ierse mythologie. De Táin Bó Cúailnge, of An Táin, maakt deel uit van de verzameling heroïsche verhalen van de rood/rode tak (Rúraíochtà). De verhalen of mythes spelen zich af rond de 1e eeuw, maar zijn later pas opgeschreven (in de Middeleeuwen). Ze behoren tot de Ulstercyclus en er bestaan drie versies van. De verhalen hebben betrekking op gebeurtenissen in Ulster toen Conchobar mac Nessa koning was, en er oorlog tegen hen werd gevoerd door de koningin van Connacht, Meabh (Meav). Zij en haar man Ailill mac Máta vallen Ulster binnen op zoek naar de Donn Cúailnge - een uiterst vruchtbare dekstier - maar de jonge held Cú Chulainn neemt het tegen hen op.
Samenvatting
Ailill en Meabh vergelijken de waarde van hun eigen bezittingen en ontdekken dat het enige waarin ze van mening verschillen het bezit van Ailill is: zijn bovennatuurlijk vruchtbare stier Findbennach. Deze stier werd geboren als onderdeel van de kudde van Meabh. De stier wilde echter geen eigendom zijn van een vrouw en besloot dat hij vanaf nu bij Ailill hoorde. Om haar man in te halen wil Meabh de al even sterke stier Donn Cuailgne hebben - maar deze is niet van haar, maar in eigendom van Ulster. Na een mislukte poging van hun boodschapper Mac Roth om de stier te lenen, begint de oorlog.
De strijders van Ulster worden allemaal ziek, en kunnen niet vechten als gevolg van een vloek, behalve Cú Chulainn, die heeft er geen last van.
Tijdens de oorlog hebben Fergus mac Róich en Meabh een relatie die Ailill om strategische redenen door de vingers ziet. De koningin Meabh biedt haar dochter Findabair aan als prijs voor iedereen die meehelpt in de strijd. Aan het begin van de aanval heeft Cú Chulainn, de grote held van Ulster, een date, ook al zou hij de grens bewaken. Meabh slaagt erin de stier te vangen, maar Cú Chulainn slaagt erin te voorkomen dat ze hem terugbrengt naar Connacht door een beroep te doen op het recht om één-op-één te vechten bij de doorwaadbare plaats. Zo verslaat hij de Connacht-strijders één voor één; de gevechten duren maanden. Wanneer hij op het laatst wordt geconfronteerd met Fergus mac Róich, zijn pleegvader, geeft Cú Chulainn zich over op voorwaarde dat Fergus zich de volgende keer overgeeft als ze elkaar weer ontmoeten. Ten slotte vindt er een slopende driedaagse strijd plaats tussen Cú Chulainn en zijn pleegbroer en beste vriend Fráech mac Idad, waarin Cú Chulainn uiteindelijk wint dankzij zijn speer.
Uiteindelijk herstellen de krijgers van Ulster van de vloek, eerst een voor een, daarna allemaal, en breekt het laatste gevecht uit. Het eindigt wanneer Fergus zijn belofte waarmaakt en met zijn leger het slagveld verlaat. De bondgenoten van Connacht vluchten ook en Meabh wordt gedwongen op te geven. Niettemin slaagt ze erin de stier Donn Cuailgne mee terug te brengen naar Connacht, waar hij tegen de stier Findbennach van haar man Ailill vecht en deze stier uiteindelijk vermoordt. Na de slag reist de machtige stier door Ierland, bezoekt een aantal plaatsen en sterft uiteindelijk van uitputting.
Ierse mythologie | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|