Katoen
Katoen groeit aan een katoenplant.
Een katoenplant groeit alleen in warme, vorstvrije landen. Een katoenplant wordt net zo groot als een volwassen mens. In de zomer komen prachtige bloemen aan de katoenplant. Onder elke bloem groeit een bolletje. Een bolster noemen we dat. In de bolster zitten zaadjes,en pluis: katoenpluis, dit lijkt een beetje op wol. In de herfst als het kouder wordt, vallen de bloemblaadjes af.
Geschiedenis
katoen werd vroeger geplukt daar zwarte slaven uit africa omdat ze geen rechten hadden in de wereld. Het vroegste bewijs van het gebruik van katoen in de Oude Wereld , moet zo'n 5500 jaar voor Christus zijn geweest en is bewaard gebleven als katoendraad in koperen kralen. Het is gevonden op de neolithische plaats Mehrgarh, aan de voet van de Bolan-pas in het oude India , tegenwoordig in Balochistan , Pakistan. Fragmenten van katoenen textiel zijn gevonden in Mohenjodaro en andere plaatsen van de beschaving van de Bronstijd Indusvallei, en katoen kan er een belangrijk exportproduct van zijn geweest.
Katoenbollen die in een grot in de buurt van Tehuacán , Mexico, zijn ontdekt, zijn al in 5500 v. Chr. gedateerd, maar over deze datum is men het niet eens. Veiliger gedateerd is de domesticatie van de katoenplant Gossypium hirsutum in Mexico tussen ongeveer 3400 en 2300 v. Chr. Gedurende deze tijd groeide, spinde, weefde, verfde en naaide de mensen tussen de Río Santiago en de Río Balsa's katoen. Wat ze zelf niet gebruikten, stuurden ze naar hun Azteekse heersers als eerbetoon, ter grootte van ongeveer 60 miljoen kilo per jaar. Ook in Peru werd het al veel gebruikt.
De oude Grieken en de Arabieren waren niet bekend met katoen tot de oorlogen van Alexander de Grote, richting Indië. Later verspreide het gebruik van katoen naar Egypte en Europa. Daar had men rond 1200 na Chr. geen idee dat het materiaal van een struik kwam. Men dacht aan wol dat aan een boom groeit. In het Duits heet katoen dan ook nog altijd 'baumwolle'.
In Iran (Perzië) gaat de geschiedenis van katoen terug tot het Achaemenidische tijdperk (5e eeuw voor Christus). Katoen (Gossypium herbaceum Linnaeus) is mogelijk 5000 voor Christus gedomesticeerd in het oosten van Soedan, in de buurt van het Midden-Nijlbekken, waar katoenen stof werd geproduceerd. Rond de 4e eeuw voor Christus bereikte de katoenteelt en de kennis van het spinnen en weven in Meroë een hoog niveau.
Met de komst van de stoommachine werd de productie van katoenspinnerijen en katoenweverijen aan het einde van de 18e eeuw enorm verhoogd, vooral in Groot-Brittannië die 's werelds grootste producent werd. De Britten verdiende kapitalen aan het goedkope katoen uit het door hun overheerste Egypte, India en Amerika. Nederland kreeg een textielindustrie in Twente en rond Tilburg. Nadelig was vooral de kinderarbeid in deze tijd en ook op de katoenplantages in o.a. Amerika hadden de slaven (katoenplukkers) het vaak zwaar.
Gebruik
Niet alleen broeken of truitjes zijn van katoen. Gordijnen en lakens kunnnen bijvoorbeeld ook van katoen zijn. Spijkerbroeken bestaan voor een groot gedeelte uit katoen. Ook touw wordt van katoen gemaakt. Olielampen hebben katoenen pitten.
Hoe zie je of iets van katoen gemaakt is?
Dit zie je aan een labeltje wat binnenin je kleding zit. Als je kledingstuk van katoen gemaakt is, staat er een percentage (een procentgetal) en daarachter katoen. Dat percentage zegt dan voor hoeveel procent je kleding van katoen gemaakt is. Bijvoorbeeld als er staat 100% katoen, weet je dat Je kleding helemaal van katoen is.
Vervuilend
Bij het kweken en maken van katoen wordt veel water gebruikt. In veel landen moet irrigatie worden toegepast om het dorstige gewas te laten groeien. Gemiddeld heeft katoen wereldwijd 8000-10000 liter water nodig voor één kilogram katoen! Ook het verven ervan is vaak behoorlijk vervuilend. De katoenplanten zijn vaak gevoelig voor insecten en worden bespoten met insecticiden. Ook andere katoenplagen door bladluizen kunnen grote gevolgen hebben.
Veel van de katoenproductie wordt in lage lonen landen gedaan, waar mensen voor een schijntje katoen plukken en onze kleding maken. Eigenlijk nog steeds een vorm van kinder- en slavenarbeid.
In de rijkere landen als Amerika wordt er gebruik gemaakt van de katoenplukmachine.