Chileense flamingo
Chileense flamingo Phoenicopterus chilensis | |||
---|---|---|---|
Gevoelig | |||
Leefgebied | Zuidelijke helft van Zuid-Amerika | ||
Leefomgeving | Broedseizoen: zoetwatermeren 's Winters: zoutwatermoerassen | ||
Behoort tot de | Flamingo's, Vogels | ||
|
De Chileense flamingo, of Phoenicopterus chilensis in het Latijn, is één van de 6 soorten van de Flamingo's. De Chileense flamingo valt onder het geslacht Phoenicopterus. De vogel weegt ongeveer 2,5 kilo en heeft een lengte van 105 cm. Het aparte aan de Chileense flamingo is dat de enkels en knieën roze zijn en niet zoals de andere soorten vuilgeel. Wel zijn de rest van de poten vuilgeel. De Chileense flamingo eet kreeftjes en algen, maar ook zaden van waterplanten en algen. De vogel komt voor in groepen. Deze kunnen wel uit tienduizend flamingo's bestaan. De vogel broed in de maanden maart tot en met juni. Ze leggen één ei per keer. Ze komen voor in het zuiden van Brazilië, van centraal-Peru tot en met Tierra del Fuego in Chili, Uruguay en Argentinië. Ze zijn te vinden in bergachtige gebieden bij zoetwatermeren of zoutwatermoerassen. Ze broeden namelijk in de zoetwatermeren en overwinteren in de moerassen met zout water. Op de grens tussen Nederland en Duitsland komt er ook een kolonie voor. Sinds 1982 bestaat deze. Toen zijn er Chileense flamingo's ontsnapt en verwilderd. Tegenwoordig bestaat de kolonie nog steeds en overwinteren ze in Zeeland. De soort werd in 1782 ontdekt door Juan Ignacio Molina.