Gewoon secundair onderwijs
Het gewoon secundair onderwijs of voortgezet onderwijs in Vlaanderen is opgebouwd in 3 graden. De eerste graad kun je een beetje vergelijken met de brugklas in Nederland. Het bestaat uit 2 leerjaren. Er bestaat een A en een B stroom. In het 1e leerjaar A - Eerste graad, wordt er vooral gewerkt aan de basisvorming. Het sluit aan op de basisschool. Er is een basisvorming van Nederlands en wiskunde. Ook wordt er meer aandacht besteed aan vakken als het financieel-economische, het digitale en aan burgerschap. Van de totaal 32 lestijden (van elk 50 minuten) worden er 27 aan de basisvorming besteed en 5 aan differentiatie of keuzevakken. Er wordt gekeken naar:
- je interesses
- talenten
- mogelijkheden
2e graad (leerjaar 3+4)
In het 1e leerjaar 2A (is het 3e jaar van de A stroom) wordt er een studierichting gekozen. Opnieuw bestaat deze uit basisvorming (min 25 lesuren) en een keuzegedeelte van 7 lesuren die bestaan uit enkele lestijden verdieping , verkenning of remediëring van de basisvorming + enkele lestijden basisoptie waar je je orienteerd op verschillende interessegebieden.
In het 1e leerjaar 2B (is het 3e jaar van de B stroom) is er vooral aandacht voor de basisvorming (min 20 lesuren) en een keuzegedeelte van 12 lesuren. Deze bestaat uit verdieping en remediëring + (1 tot 3) basisopties.
Het doorstromen na de 2e graad kan op 3 manieren:
- Doorstroom: om na het SO verder te studeren in het hoger onderwijs (AV = algemene vorming)
- Dubbele finaliteit: om na het SO verder te studeren of te gaan werken (AV, TV/KV = technische vorming en kunstgerichte vorming en PV = praktische vorming)
- Arbeidsmarkt: om na het SO te gaan werken of een graduaatsopleiding te volgen.
3e graad (leerjaar 5+6)
Afhankelijk van je studierichting en behaalde resultaten bij de 2e graad kun je naar het:
- Algemeen Secundair Onderwijs (ASO)
- Technisch secundair onderwijs (TSO)
- Kunstsecundair onderwijs (KSO)
- Beroepssecundair onderwijs (BSO)