Gletsjerrivier
Een gletsjerrivier is een rivier die haar water krijgt van smeltwater van gletsjers. Gletsjerrivieren hebben weinig water in de herfst en winter, doordat de gletsjer dan geheel bevroren is en er geen smeltwater is. In de lente smelten de gletsjers deels, waardoor het water dan hoog staat. Gletsjerrivieren hebben dus in de lente het meeste water. Doordat gletsjerrivieren een gletsjer nodig hebben voor hun water, komen ze meestal alleen voor in hooggebergtes of dichtbij de Noord- of Zuidpool.
Pure gletsjerrivieren komen niet zo vaak voor, omdat bijna alle rivieren ook nog water krijgen van regen. In Nederland en België hebben we geen gletsjerrivieren, omdat hier geen gletsjers zijn. Wel krijgt de Rijn een deel van zijn water van smeltende gletsjers, maar doordat deze rivier ook water krijgt van regen, is dit een gemengde rivier.
Gletsjerrivieren hebben vaak een beetje wittig water. Het zijn vaak snelstromende rivieren die veel steentjes en gruis meenemen, hierdoor hebben ze een witte kleur. Verder hebben gletsjerrivieren vaak erg schoon, koud water. Ze zijn eigenlijk nooit bevaarbaar, doordat er ook veel watervallen in voorkomen.