Egel
Egel Erinaceus europaeus | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Europa | ||
Leefomgeving | Variërend, waar veel begroeiing is | ||
Behoort tot de | Egels | ||
|
Een egel is een zoogdier. Een egel heeft net als een stekelvarken stekels. Hij heeft er wel 6000! Vele kinderen vinden egels schattig, zo blijkt uit verscheidene tests.
Een egel is een nachtdier. Hij kan wel zien, maar als hij op jacht gaat, gebruikt hij vooral de oren en de neus. Zo ontdekt hij zelfs in het donker een vluchtende krekel. Als je een egel overdag ziet, is hij in nood! Je helpt hem dan het beste door hem in een kartonnen doos in huis te zetten en een dierenarts te bellen om te vragen wat je kan doen.
De egel is een jager. Hij gaat op zoek naar een prooi in de buurt. De egel heeft een forse kever ontdekt. Hij grijpt de prooi met de tanden en verplettert het harde pantser daarna met de kiezen. De kaken zijn bezet met tanden en kiezen. Vooral de achterste kiezen zijn groot en scherp. Daar kraakt hij insecten mee. Voorin de bek staan puntige tanden om een prooi vast te pakken. Insecten zijn niet erg groot. Een egel moet daarom elke nacht heel wat insecten vangen om genoeg te eten te krijgen. Naast insecten eet de egel ook allerlei ander voedsel, regenwormen bijvoorbeeld, of slakken, eieren, eikels en paddenstoelen.
Een egel is 's zomers elke nacht bezig voedsel te zoeken. Daardoor wordt hij vet genoeg om de winter slapend door te kunnen brengen. Hij gebruikt zijn stekels om vijanden af te schrikken en, al ze hem dan toch aanvallen, worden ze geprikt.
De egel heeft een nest van droge bladeren in een dikke heg of aan de voet van een boom. De egel krijgt een keer per jaar 3 tot 8 jongen. Als de jongen 7 weken oud zijn, worden ze door de moeder verlaten. De jonge egels blijven nog een tijdje bij elkaar.