Vlinders
Een vlinder is een insect. Vlinders zijn erg teer (breekbaar). Hierdoor wordt afgeraden ze aan te raken.
Voortplanting
De vlinder leeft meestal erg kort. Dus hebben ze weinig tijd om een partner te vinden. De meeste vrouwtjes leven maar een paar dagen. Dus moeten ze zo snel mogelijk eieren leggen.
Een ei van een vlinder is niet groter dan een speldenknop. Van de 100 eitjes die een vlinder neer kan leggen gaan er tussen de 95 en de 99 eitjes dood voordat ze gaan paren of hun eigen eitje kunnen leggen. Dit komt door de verschillende doodsoorzaken. Hier lees je verder op deze pagina meer over. De 1 tot 5% van de eitjes die het wel overleven zorgen voor de nieuwe generatie van die vlindersoort.
Een vlinder kan de eitjes op verschillende manieren neerleggen op een waardplant. Een waardplant is een plant waar de rups van eet. De vlinder kan 1 eitje per plant neerleggen of alle eitjes naast elkaar of de eitjes opstapelen. Sommige vlinders strooien hun eitjes boven verschillende waardplanten. Hierdoor moeten de rupsen zelf opzoek naar hun eten. Als de vlinder de eitjes op het blad van een waardplant heeft gelegd komt er na 1 tot 3 weken een rups uit. Eerst eet de rups het eitje op waar hij uit is gekomen en vervolgens begint hij aan de blaadjes van de plant. De huid van de rups rekt niet mee terwijl zijn lijf dit wel doet. Daarom vervelt de rups ongeveer 5 á 6 keer voordat hij een pop wordt. De rups spint een cocon om zichzelf. De rups maakt de pop op een plaats waar hij het minst gevaar loopt voor vijanden. Omdat de pop niet kan bewegen. In de pop ontwikkelt de rups zich tot vlinder. Het verschilt per vlinder hoe lang het duurt voordat de vlinder uit de pop komt. Als de vlinder uit de pop komt kan hij nog niet meteen vliegen. Hij moet eerst wachten totdat zijn vleugels droog zijn. Dit noemen we oppompen. Er stroomt dan bloed van de vlinder door de vleugels. Op deze manier pompt de vlinder zijn vleugels op. Als de vleugels van de vlinder droog zijn kunnen ze op zoek gaan naar nectar.
Dag en nachtvlinders
Er zijn vlinders die overdag leven en er zijn vlinders die s'nachts leven. De vlinders die je overdag ziet vliegen zijn dagvlinders en de vlinders die je s'nachts ziet vliegen zijn nachtvlinders. Je kunt het verschil tussen deze twee soorten vlinders heel goed zien.
Dagvlinders
- Een dagvlinder heeft aan het einde van zijn voelsprieten een knopje zitten.
- Ze hebben felle kleuren.
- Als de vlinders op bijvoorbeeld een bloem aan het rusten staan de vleugels van de vlinder omhoog.
Nachtvlinders
- De voelsprieten van een nachtvlinder eindigen niet in een knopje.
- Als de nachtvlinders rusten dan staan de vleugels van de vlinder niet omhoog maar liggen ze ingeklapt tegen het lichaam aan.
- De kleuren van de nachtvlinder zijn meestal donker zoals zwart, bruin, grijs omdat ze op deze manier niet opvallen als ze overdag slapen.nachtvlinders zijn er aleemaar in de nacht
want in het woordje nachtvlinder zit het woordje nacht en vlinder.
Leefomgeving
De vlinders leven bijna overal: bergen, woestijn, moerassen, weide, tuinen, open plekken, kustgebieden en steden. Vlinders kunnen zich gemakkelijk aan hun leefgebied aanpassen.
Uiterlijk
Het uiterlijk van een vlinder verschilt in sterkte een grootte, maar ze hebben ook dingen hetzelfde. Zoals hun ogen, antenne, schenen, achtervleugels, borststuk en voorvleugels. Vlinders hebben schubbige vleugels. Hun kleuren verschillen van vlinder tot vlinder.
Voedsel
De vlinder eet verschillende dingen. Hij/zij is dol op rottend fruit, nectar, mest, dode dieren, honing, bladeren en nog veel meer. De vlinder kan niet zo goed kauwen daarom moet hij/zij zachte dingen eten.
Vijanden
De vlinder heeft, zoals bijna alle dieren, ook vijanden. De vijanden zijn verschillen, afhankelijk van het gebied waar ze leven. Dit zijn enkele voorbeelden:
Ook insecten en sprinkhanen eten vlinders. De meeste vlinders krijgen niet de kans om volwassen te worden, omdat ze zo snel worden opgegeten.
Kijk op de pagina van de rups voor meer informatie.
Doodsoorzaken
Er zijn verschillende doodsoorzaken voor de eitjes van de vlinder, de rups en de vlinder zelf.
- Parasitoïden: Dit is de meest voorkomende doodsoorzaak van de eitjes van een vlinder. Parasitoïden is een moeilijk woord voor 'gastheer'. Een vlinder kan haar eitjes namelijk ook in een gastheer leggen. Het is hier veiliger, maar het gevaar is wel dat de gastheer de eitjes van binnen- en van buitenuit kan opeten.
- Opgegeten worden door andere dieren: Hierboven zie je welke vijanden de vlinder heeft. De dieren die daar staan genoemd eten zowel de rups als de vlinder.
- Weersomstandigheden: Vlinders kunnen niet goed tegen droogte. Ze kunnen dus niet de hele tijd in de felle zon zitten, want dan drogen ze uit. Ook kunnen ze niet tegen te veel regen. Het weer kunnen wij en de vlinders niks aan doen. Dit is dan een natuurlijke dood.
- Pech: sommige rupsen en vlinders hebben gewoon pech. Dit betekent bijvoorbeeld dat rupsen dood kunnen gaan als er een bosbrand is. De rupsen kunnen dan niet op tijd weg komen en overleven het niet. Ook dikke pech kan een rups hebben als het geen voedsel meer kan vinden in de omgeving. Hierdoor hebben ze een lage energie en kunnen ze uiteindelijk overlijden.
- Competitie: Een vlinder legt meerdere eitjes, waar dus ook meerdere rupsen uit kunnen ontstaan. Als er meerdere rupsen uit ontstaan moeten ze allemaal voor zichzelf zorgen. Als er dan te weinig eten voor alle rupsen is zullen ze het niet allemaal overleven. De rups die dan het meeste heeft kunnen eten en dus de meeste energie heeft overleeft het!
Soorten vlinders
Er zijn wel 2000 soorten vlinders op de wereld.