Loki
Loki is de grote pestkop uit de Noordse Mythologie. In vele verhalen komt hij voor als onruststoker en brenger van slecht nieuws.
Hij werd steeds gemener, en uiteindelijk sloten de andere goden hem op in een grot met een giftige slang boven zijn hoofd. Hij moet hier blijven tot het einde der tijden, Ragnarök. Loki staat dus een beetje los van de goden, hij hoort niet bij de Æsir en ook niet bij de Vanir. Loki is een bloedbroeder van Odin. Dat betekent dat hij geen familie is van Odin, maar door middel van een (bloed)ritueel met elkaar verbonden zijn.
Loki heeft een aantal kinderen. Het zijn niet alleen godenkinderen, zoals Vali en Narvi, maar ook andere wezens. Samen met de reus Angrboda kreeg hij de wolf Fenrir, de slang Jormungandr
en Hel de godin van de onderwereld. Hij is ook de vader van het paard van Odin, de achtbenige Sleipnir
Er zijn vele verhalen over Loki. Meestal gaan ze over gemene streken die hij uitgehaald heeft met de goden of reuzen. Misschien komt zijn pesterige karakter omdat hij het kind van reuzen is, Farbauti en Laufey. Hij haalde veel grappen uit en bracht ze in gevaar, maar hij heeft ook vaak de goden kunnen redden, omdat hij zo slim is. Op een feest bij de zeegod Ægir werd het de goden eindelijk teveel. Hij beledigt de goden en Thor heeft er genoeg van. Hij, en de andere goden sluiten hem op in een grot. Boven zijn hoofd hangt een gifslang, maar bovenal verveelt hij zich enorm.
Loki is een dubbelzinnig figuur, je kan hem zijn als goed of slecht. Hij heeft het vuur gebracht aan de mensen, de hamer Mjölnir voor Thor en de ring Draupnir voor Odin laten maken, maar hij was ook vaak gemeen.