Toilet
Het woord toilet heeft verschillende betekenissen. Het wordt het meest gebruikt voor de pot waarop je je behoefte doet: poepen en plassen. Maar er kan ook de hele ruimte mee zijn bedoeld waar die pot staat, of een ruimte waar meerdere van die potten staan, een openbaar toilet. Een toilet kan soms ook een urinoir zijn.
Een toiletpot is aangesloten op het riool. Door de buizen van het riool spoelt alles weg.
Geschiedenis
Vroeger hadden de meeste mensen nog geen toilet zoals wij dat kennen in huis, maar een huisje in de tuin. Daaronder was een diepe kuil. Als die helemaal vol was, dekte je hem af of je schepte hem leeg.
De Romeinen kenden vooral openbare toiletten, die stonden in een badhuis. Er waren meestal geen gescheiden ruimtes, dus iedereen zat gewoon bij elkaar in één ruimte terwijl men zijn behoefte deed. In de tussentijd kon er nog wat met elkaar gepraat worden. De Romeinen hadden al best een goed rioolsysteem, dus alles kwam eerst in de goot terecht en verdween daarna in de rivieren.
In de middeleeuwen is veel van de Romeinse kennis weer verdwenen. Men moest zijn behoefte daarom simpelweg in een emmer of iets dergelijks doen. Alleen in kastelen was er een speciale voorziening, het gemak.
Het moderne toilet met waterspoeling zoals wij dat nu kennen is in de 16e eeuw uitgevonden door de Engelsman John Harington. Vervolgens is het steeds verder ontwikkeld. Op een gegeven moment kreeg iedereen zo'n pot in huis. Dat was toen in het begin allemaal heel bijzonder!
Andere woorden
Een toilet wordt vaak een wc (of nog informeler: plee) genoemd. De afkorting wc staat voor het Engelse watercloset, wat letterlijk vertaald iets als "waterkast" betekent.
Andere betekenis
Er is nog een andere betekenis van "toilet": het verzorgen van je uiterlijk, vaak voor de spiegel. Je spreekt dan bijvoorbeeld van je toilet maken.