Modem
Een modem is een apparaat waarmee je via een analoge telefoonlijn digitale informatie kunt versturen en ontvangen. De modem werd onder andere gebruikt om een verbinding te leggen tussen de computer thuis en het internet. Je moest dus inbellen (zoals je dat noemt) op het internet. Je kon op dat moment niet meer gewoon bellen of gebeld worden. Omdat vroeger bijna niemand mobiele telefoons had, was je tijdens het internetten dus telefonisch onbereikbaar. Het woord modem is een woord dat is samengesteld uit de woorden modulator en demodulator. Modulatie is een ander woord voor aanpassen. De informatie van de computer wordt aangepast om te kunnen versturen via de telefoonlijn. Als de informatie is aangekomen moet het weer worden aangepast: gedemoduleerd.
De maximale snelheid waarmee modems via de analoge telefoonlijn informatie konden ontvangen (downloaden) was 56 kilobits per seconde. Downloaden gaat met de moderne technieken nu veel sneller.