Basketbal
Basketbal is een sport die gespeeld wordt door twee ploegen van vijf spelers. Het doel is om te scoren in de korf van de tegenstander en te zorgen dat de tegenstander de bal niet krijgt of kan scoren.
Geschiedenis
Basketbal is één van de weinige sporten die uit het niets werd uitgevonden. Dat gebeurde in 1891 door James Naismith, een sportleraar. Hij wilde een sport uitvinden die in de wintermaanden buiten gespeeld kon worden. Veel mensen vonden basketbal leuk en het verspreidde zich snel over de hele Verenigde Staten.
Er ontstonden over heel Amerika professionele ploegen. Het was eerst nog maar een rommelige sport. En de wedstrijden gingen meestal door in schuren of in danszalen. Dit verbeterde later nog.
Basketbal stond voor het eerst in het programma van de Olympische Spelen in 1936. De Verenigde Staten zijn bijna altijd de beste ploeg geweest.
Sinds 1950 worden er voor de mannen wereldkampioenschappen georganiseerd. Ook hier zijn de beste spelers uit de Verenigde Staten, Joegoslavië en de Sovjet-Unie.
Ook in het vrouwenbasketbal zijn de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie heel lang de beste ploegen geweest.
Basketbal is één van de populairste sporten te wereld, in Amerika zelfs dé populairste! Het is allemaal begonnen toen een Amerikaanse docent in 1892 een balspel voor zijn leerlingen verzon waarbij de bal in een perzikmandje moest worden gegooid.
De afmetingen van het veld zijn 28 m bij 15 m. Er wordt 4x 10 minuten gespeeld met 2x 5 spelers. Voor meer informatie over de precieze afmetingen van bijvoorbeeld het vrije worp-gebied of de basketsteun verwijzen we je naar www.basketbal.nl. Het doel van basketbal is de basketbal in de basket van de tegenpartij te werpen en te voorkomen dat de andere ploeg balbezit krijgt of een doelpunt maakt. Klinkt simpel, maar zoals bij de meeste sporten zijn er een hoop regels om alles in goede banen te leiden. Elk kwart (van de wedstrijd) begint met een sprongbal. Twee spelers van ieder team bevinden zich op hun aanvalshelft in de middencirkel. De rest van de spelers staat buiten de cirkel. De scheidsrechter gooit de bal recht omhoog. Nadat de bal het hoogste punt gehaald heeft, mogen de spelers de bal naar een van hun medespelers tikken. Een sprongbal kan ook plaatsvinden als een aanvaller en een verdediger beide de bal vasthebben. Deze sprongbal vindt dan plaats in de dichtstbijzijnde cirkel. Na een doelpunt mag de partij die het doelpunt tegen krijgt, direct de bal vanachter de achterlijn uit nemen. Als de bal uit is, mag de partij die de bal niet als laatste heeft aangeraakt, de bal uitnemen op de plaats waar hij over de lijn is gegaan. De bal is uit wanneer hij buiten het veld op de grond gekomen of als hij door een speler wordt aangeraakt die buiten het veld staat.
Bij onderstaande overtredingen geldt telkens dezelfde straf: de andere partij mag een inworp nemen achter de zijlijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.
Loopregel Bij de loopregel heb je met drie begrippen te maken: 1. Lopen 2. Pivotvoet 3. Voortbewegen van de bal Lopen: voortbewegen terwijl je de bal in de handen hebt (dus niet wanneer je dribbelt met de bal). Lopen is een overtreding bij basketbal. Pivotvoet: de voet die tijdens het draaien op één voet (pivoteren) op dezelfde plaats blijft. Voortbewegen met de bal: tijdens een pass of doelpoging mag de pivotvoet loskomen van de grond, maar niet meer op de grond komen voordat de bal de handen verlaten heeft. Verder mag de speler bij de start van een dribbel de pivotvoet niet optillen voordat de bal de handen heeft verlaten. Daarom leer je op school waarschijnlijk dat je begint met dribbelen door je start en je stuit tegelijkertijd te doen. Een overtreding van de loopregel is bijvoorbeeld de "second dribble": dit is het dribbelen, vastpakken van de bal en weer verder dribbelen.
Meenemen van de bal Dit is het geval wanneer de hand van de dribbelende speler zich onder de bal bevindt. Drie seconden regel Als aanvaller mag je niet langer dan drie seconden in de aanvalsbucket van de tegenpartij zijn. Bij elke doelpoging of bij het verlaten en weer betreden van de bucket gaan opnieuw de drie seconden in. Vijf seconden regel Als je stilstaat met de bal in de handen, moet je binnen vijf seconden passen, schieten of dribbelen. Persoonlijke fout Dit is een overtreding tegen je tegenstander, waarbij er sprake is van ongeoorloofd lichamelijk contact. Dit is lichamelijk contact waarvan je tegenstander nadeel heeft. Een persoonlijke fout kan gemaakt worden door een aanvaller of een verdediger. Wanneer er een persoonlijke fout wordt gemaakt tijdens een doelpoging, dan: 1. volgt er 1 vrije worp vanachter de vrije worp lijn als er een doelpunt gemaakt werd; 2. volgen er 2 vrije worpen als de doelpoging mis ging; 3. volgen er 3 vrije worpen als de doelpoging mis ging vanachter de drie-punts lijn. Als er een persoonlijke fout wordt gemaakt tijdens het gewone spel, volgt de gebruikelijke straf. Een speler moet bij 5 persoonlijke fouten in een wedstrijd verlaten. Deze speler mag dan wel vervangen worden door een teamgenoot.
De ploeg die het meeste punten heeft na het verstrijken van de totale speeltijd, heeft gewonnen. Het aantal punten dat je krijgt voor een doelpunt, is afhankelijk van de plek waarvandaan je scoort. Je krijgt: • 2 punten: voor een score binnen de drie-punts lijn. • 3 punten: voor een score buiten de drie-punts lijn. • 1 punt: voor iedere vrije worp. De kleding bestaat uit een shirt en een short, welke verschillende kleuren mogen hebben. Echter moeten ze beide aan voor- en achterkant dezelfde overheersende kleur hebben. Bij officiële wedstrijden moet er aan de voor- en achterkant van het shirt een nummer gedragen worden (dat nummer ligt tussen de 4 en 15). Basketballers spelen meestal met hoge of half-hoge schoenen ter ondersteuning van de enkels. De enkels worden namelijk zwaar belast tijdens het spel.
Vrije worp Een vrije worp wordt genomen vanachter de vrije worp lijn . Vijf spelers mogen zich als volgt opstellen aan de bucketlijnen. Ze mogen de bucket inlopen zodra de bal de handen van de werper verlaten heeft. De overige spelers stellen zich op in dit gebied.
Tijd De speeltijd begint te lopen wanneer: 1. De bal bij een sprongbal wordt geraakt. 2. Een vrije worp mis gaat en de bal wordt aangeraakt door een speler. 3. De bal na een inworp in het veld wordt geraakt door een speler. De tijd stopt wanneer: 1. Er een overtreding is begaan. 2. De speeltijd is verstreken. 3. Er een time-out wordt aangevraagd. 4. Er wordt gescoord in de laatste 2 minuten van het vierde kwart of elke verlenging. Verlengd wordt er bij een gelijke stand. Een basketbalwedstrijd kan dus in principe nooit eindigen in een gelijkspel. De complete, officiële spelregels kan je vinden op www.basketbal.nl.vroeger Vroeger was het ook zo er zijn waarschijnlijk maar een paar dingetjes aangepast.
De eerste versie van deze tekst (of een deel daarvan) is afkomstig van Wikipedia.
De tekst is vrijgegeven onder de CC BY-SA 3.0-licentie. |