Bengaalse tijger
De Bengaalse Tijger is de op een na grootste tijger.
Bengaalse tijger De tijger is de gootste en de zwaarste kattensoort in de kattenfamilie. Die jaagt zelf maar soms met een andere tijger. De tijger is afhankelijk van zijn sluipen. Hij sluipt tot 20 m afstand en dan slaat die toe. De tijger doodt zijn prooi door hem in zijn nek of hals te bijten. Hij springt hoog met zijn sterke achterpoten. De tijger kan met een slag zijn prooi vellen. Hij kan dieren jagen die groter zijn dan hij zelf. Omdat hij zo sterk is. De tijger heeft een heel goed gehoor en goede ogen. Daarom jaagt hij het liefst in het donker. Hij heeft een witte vlek achter op zijn oren zodat de tijgers elkaar tijdens de nacht kunnen zien. De meeste tijgers leven in een beschermd gebied veilig voor stropers. Tijgers bevinden zich vaak dicht bij water om af te koelen. Je kunt tijgers opsporen om dat zij een revier hebben dat ze met geweld beschermen. Hij markeert zijn revier met geur en krassen. Het gaat slecht voor de tijger. In 1990 waren er nog ongeveer 100.000 tijgers en nu zijn er nog maar 4.000 over. Ze worden gedood vanwege hun mooie vacht en sommige delen van de tijger worden gebruikt voor medicijn. De tijger is bedreigde dier soort.
Jagen
Wanneer jaagt hij?
Hij jaagt overdag en in de schemering.
Waar jaagt hij op?
Hij jaagt op: herten, varkens, antilopen, apen, buffels en soms zelf een jonge olifant. Als een Bengaalse Tijger geen voedsel kan vinden eet hij soms zelfs kikkers, schildpadden en hagedissen.
Paartijd
Wanneer is de paartijd?
De paartijd is op twee tijden in het jaar in april- mei en augustus- september.