Speciaal onderwijs
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Het speciaal onderwijs (SO) is voor kinderen met een (zeer) speciale onderwijs-behoefte. Het gaat hierbij om kinderen met verschillende soorten handicaps. Voor elke soort handicap is er een zogeheten cluster van gespecialiseerde scholen:
- Cluster 1: scholen voor visueel gehandicapte kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen met een visuele handicap, simpel gezegd voor blinde of (zeer) slechtziende kinderen
- Cluster 2: scholen voor dove of slechthorende kinderen, kinderen met ernstige communicatie-moeilijkheden of meervoudig gehandicapte kinderen die een van deze handicaps hebben
- Cluster 3: scholen voor lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen (ZMLK) en langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, of meervoudig gehandicapte kinderen die een van deze handicaps hebben
- Cluster 4: scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK), kinderen met gedrags- en/of psychiatrische stoornissen, zoals ADHD, PDD-NOS, ODD/CD (antisociale gedragsstoornissen), klassiek autisme, syndroom van Gilles de la Tourette, of hechtingsproblematiek.
Soms zit een kind tussen twee clusters in. Er kan dan gekeken worden waar het kind het beste geholpen kan worden. Er wordt dus gezocht naar maatwerk.
Een kind dat zeer moeilijk leert (ZMLK) en tegelijkertijd (zeer) moeilijk opvoedbaar gedrag vertoont wordt wel eens een ZMOLK-er genoemd. Het zit tussen cluster 3 en 4. Ook dan moet er gekeken worden waar het kind het beste te plaatsen is.