Pesten (gedrag)
Pesten is het moedwillig op een vervelende manier omgaan met iemand. Bijvoorbeeld door uitschelden, slaan, niet mee laten doen of gewoon negeren (net doen of iemand niet bestaat), zodat die iemand zich ellendig gaat voelen. Het is een nare manier van met elkaar omgaan, en het is asociaal.
Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen zijn klieren, plagen, zieken en treiteren. Degene die pest heet de pester of pestkop. De pester wil bij pesten zorgen dat het slachtoffer verdrietig of boos of zelfs onzeker wordt, of heeft gewoon niet in de gaten wat pesten kan doen. Soms kan pesten voor iemand zo erg worden dat diegene zelfmoord pleegt.
Mensen zeggen dat je moet gaan praten en dat je het moet negeren: dat je je er niets van aan moet trekken. Maar er zijn ook kinderen die heel onzeker zijn en er niet over durven te praten.
Hoe gaat pesten?
Je hebt twee verschillende hoofdvormen van pesten: fysiek (lichamelijk) en mentaal (geestelijk).
Fysiek houdt in dat je op een negatieve manier lichamelijk contact maakt, bijvoorbeeld door slaan of schoppen.
Mentaal betekent uitschelden, roddelen of op een andere manier vervelende dingen zeggen.
Beide vormen hebben hun eigen uitwerking op een ander.
Verhaal over verkreukeld papier
Er was eens een leraar die tegen zijn leerlingen opeens in de les zei: "Leerlingen pak allemaal een stuk papier, maak er een prop van en ga er op staan tot die helemaal verkreukeld is, de leerlingen deden dat. Toen zei de leraar: "Probeer hem nu maar eens hem weer net zo glad te krijgen als je hem hebt gepakt. Steek je hand op als het is gelukt."
De leerlingen kregen het niet voor elkaar om het papiertje zo glad mogelijk te krijgen. Dit is wat pesten met iemand kan doen: alles wat je tegen iemand doet kan schade aan brengen die nooit helemaal weg zal gaan.
Wie doet wat?
Men zegt wel eens dat er drie 'rollen' zijn in het pesten:
- vanzelfsprekend het gepeste kind en de pester zelf, maar ook:
- 'meelopers' en
- 'omstanders'.
Meelopers lopen vaak met de pester mee en moedigen hem of haar aan om nog stapje verder te gaan of ze helpen hem zelfs bij het pesten. Meestal zijn meelopers kinderen die zichzelf geen houding kunnen aanmeten, maar toch niet alleen willen zijn. Ze willen bij een bepaalde groep, in dit geval het groepje van de pester horen.
Omstanders zijn kinderen die het pesten zien. Meestal hebben zij wel medelijden met het gepeste kind, maar ze durven er niks van te zeggen. Per slot van rekening willen zij zelf niet het nieuwe 'slachtoffer' worden, en laten ze de pester daarom maar zijn gang gaan.
Waarom worden kinderen gepest?
Meestal zijn deze kinderen simpelweg anders dan andere. Ze hebben een andere huidskleur, zijn slimmer dan de andere of zien er bijvoorbeeld anders uit dan 'gewone' kinderen. Je wordt het meest gepest als je er niet echt bij hoort, bijvoorbeeld doordat je een bril hebt en de anderen niet.
Maar pesters doen ook wat ze doen omdat ze dat gewoon leuk vinden; ze willen graag dat het slachtoffer moet huilen of verdrietig wordt (dat heet sadisme). Meestal is de pester zelf onzeker en wil daardoor de aandacht trekken zodat hij/zij niet meer wordt gepest. Best oneerlijk dus.
Hulp bij pesten
Er zijn verschillende initiatieven bedacht om pesten te stoppen, maar ook om gepeste kinderen te helpen en advies te geven.
De bekendste hiervan in Nederland is De Kindertelefoon. Sinds 1992 kunnen kinderen gratis naar een telefoonnummer bellen om door één van de ruim 700 vrijwilligers advies te krijgen.
In België kun je als je gepest wordt praten, bellen of chatten op www.Awel.be.
Ook kun je in je klas een aparte les krijgen van iemand van buiten de school. Die vertelt dan wat pesten is, wat het met kinderen kan doen en hoe ze daarmee om kunnen gaan.