Joseph Bonaparte

Joseph Napoléon (Corte, Corsica, 7 januari 1768 – Florence, Italië, 28 juli 1844), was de oudste zoon van Carlo Bonaparte en Maria-Letizia Ramolino.

Joseph was eigenlijk advocaat in Ajaccio, op het Franse eiland Corsica, een van de leiders van een democratische Fransgezinde partij en officier van het leger. Toen zijn partij overwonnen werd door een andere partij, ging hij in 1792 met veel van zijn familie naar Marseille.

Op 1 augustus 1794 trouwde hij in Cuges, Marseilles, Frankrijk, met Juliet Marie Clary. Ze kregen drie kinderen:

• Julie Joséphine (maart 1796 - maart 1796)
• Zénaïde Laetitia Julie (8 juli 1801 - 8 augustus 1854)
• Charlotte Napoléone (31 oktober 1802 - 2 maart 1839)

In 1796-1797 hielp Joseph met het organiseren van het Franse bestuur op Corsica en in 1797-1798 was hij Frans gezant bij de paus. Joseph was ook degene die onderhandelde met Oostenrijk, waar uiteindelijk de Vrede van Lunéville uit kwam en op 9 februari 1801 door zowel Joseph als Johann Ludwig von Cobenzl voor Oostenrijk werd ondertekend.

Van 1806 tot 1808 was hij Koning van Napels. Joseph had ook twee buitenechtelijke dochters bij Maria Giulia, Gravin van Atri: Giulio (1806) en Teresa (1808). Van 1808 tot 1813 was hij Koning van Spanje. In die tijd schafte hij de Spaanse Inquisitie af, en deed hij alles om het volk voor zich te winnen. Maar door zijn Franse nationaliteit gecombineerd met nog een paar andere dingen zou het volk hem nooit vertrouwen. Ook werd onder Venezuela onder hem onafhankelijk. Na de Strijd van Vitoria in 1813 waarbij hij verslagen werd, trad hij af.

Na de dood van de enige zoon van Napoleon werd hij door zijn familie gezien als enige goede opvolger als Keizer van Frankrijk, maar Joseph deed weinig tot niets om zijn recht op te eisen.

Joseph heeft nog een tijd in Amerika gewoond, eerst New York City en Philadelphia, maar ging daarna in Bordentown, New Jersey wonen, in een huis dat de naam "Point Breeze" droeg. Dat huis stond op een heuvel omdat Joseph bang was voor aanvallen van zijn vijanden, Engeland en Spanje. De grond zaten dan ook tunnels die groot genoeg waren om in te staan zonder te bukken.

Daarna keerde hij terug naar Italië, waar hij in Florence dood ging. Hij is begraven in Parijs.