Vlinders
Een vlinder is een insect.
Voortplanting
De vlinder leeft meestal erg kort. Dus hebben ze weinig tijd om een partner te vinden. De meeste vrouwtjes leven maar een paar dagen. Dus moeten ze zo snel mogelijk eieren leggen.
De vlinder legt zijn eitjes op een waardplant. Dit is een plant waar de rups van eet. Andere planten lust hij niet. Als de vlinder de eitjes op het blad van een waardplant heeft gelegd komt er na 1 tot 3 weken een rups uit. Eerst eet de rups het eitje op waar hij uit is gekomen en vervolgens begint hij aan de blaadjes van de plant. De huid van de rups rekt niet mee terwijl zijn lijf dit wel doet. Daarom vervelt de rups ongeveer 5 á 6 keer voordat hij een pop wordt. De rups spint een cocon om zichzelf. De rups maakt de pop op een plaats waar hij het minst gevaar loopt voor vijanden. In de pop ontwikkelt de rups zich tot vlinder. Het verschilt per vlinder hoe lang het duurt voordat de vlinder uit de pop komt. Als de vlinder uit de pop komt kan hij nog niet meteen vliegen. Hij moet eerst wachten totdat zijn vleugels droog zijn. Dit noemen we oppompen. Als de vleugels van de vlinder droog zijn kunnen ze op zoek gaan naar nectar.
Dag en nachtvlinders
Er zijn vlinders die overdag leven en er zijn vlinders die s'nachts leven. De vlinders die je overdag ziet vliegen zijn dagvlinders en de vlinders die je s'nachts ziet vliegen zijn nachtvlinders. Je kunt het verschil tussen deze twee soorten vlinders heel goed zien.
Dagvlinders
- Een dagvlinder heeft aan het einde van zijn voelsprieten een knopje zitten.
- Ze hebben felle kleuren.
- Als de vlinders op bijvoorbeeld een bloem aan het rusten staan de vleugels van de vlinder omhoog.
Nachtvlinders
- De voelsprieten van een nachtvlinder eindigen niet in een knopje.
- Als de nachtvlinders rusten dan staan de vleugels van de vlinder niet omhoog maar liggen ze ingeklapt tegen het lichaam aan.
- De kleuren van de nachtvlinder zijn meestal donker zoals zwart, bruin, grijs omdat ze op deze manier niet opvallen als ze overdag slapen.nachtvlinders zijn er aleemaar in de nacht
want in het woordje nachtvlinder zit het woordje nacht en vlinder.
Leefomgeving
De vlinders leven bijna overal: bergen, woestijn, moerassen, weide, tuinen, open plekken, kustgebieden en steden. Vlinders kunnen zich gemakkelijk aan hun leefgebied aanpassen.
Uiterlijk
Het uiterlijk van een vlinder verschilt in sterkte een grootte, maar ze hebben ook dingen hetzelfde. Zoals hun ogen, antenne, schenen, achtervleugels, borststuk en voorvleugels. Vlinders hebben schubbige vleugels. Hun kleuren verschillen van vlinder tot vlinder.
Voedsel
De vlinder eet verschillende dingen. Hij/zij is dol op rottend fruit, nectar, mest, dode dieren, honing, bladeren en nog veel meer. De vlinder kan niet zo goed kauwen daarom moet hij/zij zachte dingen eten.
Vijanden
De vlinder heeft, zoals bijna alle dieren, ook vijanden. De vijanden zijn verschillen, afhankelijk van het gebied waar ze leven. Dit zijn enkele voorbeelden:
Ook insecten en sprinkhanen eten vlinders. De meeste vlinders krijgen niet de kans om volwassen te worden, omdat ze zo snel worden opgegeten.
Kijk op de pagina van de rups voor meer informatie.
Soorten vlinders
Er zijn wel 2000 soorten vlinders op de wereld.