Willem Janszoon Blaeu
Willem Janszoon Blaeu (1571-1638) was een Nederlandse cartograaf. Hij was de grondlegger van het familiebedrijf, dat in de Gouden Eeuw als uitgever van landkaarten en atlassen wereldberoemd werd. Amsterdam was toen het internationale middelpunt van de cartografie. Aan nauwkeurige kaarten was in die tijd grote behoefte. Nederland was toen een van de machtigste naties op aarde en dankte zijn welvaart aan de handel met landen over de hele wereld. Land- en zeekaarten zijn dan in het handelsverkeer natuurlijk onmisbaar.
Kaarten als kunstwerken
Daarnaast werden kaarten en atlassen beschouwd als decoratieve (met versieringen verfraaide) kunstwerken. Er was van zo'n kaart heel wat meer werk gemaakt dan van de sobere landkaarten van later. De bladranden op de kaarten uit de tijd van Blaeu stonden vol met allerlei voorstellingen, bijvoorbeeld hoe de bewoners van het land, dat de kaart weergaf, eruitzagen. Dikwijls meer gebaseerd op fantasie van de makers van de kaarten, dan op de werkelijkheid.
De "Novus Atlas"
De eerste kaarten van Blaeu verschenen in 1604. Later begon hij ook wandkaarten te drukken (grote kaarten, die je aan de muur kunt hangen). Ook was hij begonnen aan een grote atlas. Die was eerst bedoeld als aanvulling op de bestaande atlassen van Ortelius en Mercator, maar breidde zich steeds meer uit tot een zelfstandig werk. Geheel nieuw was echter zijn in 1634 verschenen "Novus Atlas" (= nieuwe atlas) met 159 kaarten.
In 1637 nam Blaeu een grote drukkerij aan de Bloemgracht in gebruik om de productie te kunnen opvoeren. Dat moest wel, want de concurrentie was hevig. Bij iedere nieuwe druk probeerden uitgevers het werk van de concurrenten te overtreffen.
De "Atlas Maior"
Het levenswerk van Blaeu werd door zijn zonen Joan (1598-1673) en Cornelis (1610?-1642) voorgezet, o.a. met genoemde "Novus Atlas", die onder de naam "Theatrum orbis terrarum sive atlas novus" (Schouwtoneel der aarde oftewel nieuwe atlas) in 1655 tot 6 delen uitgedijd was. Een verdere uitbreiding hiervan was de "Atlas Maior" (= grote atlas), die in diverse talen tussen 1662 en 1672 verscheen, 9 tot 12 delen telde en meer dan 600 kaarten bevatte.
Omdat de vestiging op de Bloemgracht inmiddels voor het almaar groeiende bedrijf te klein geworden was, opende het in 1667 een filiaal in de Gravenstraat. Dit brandde in de nacht van 22 op 23 februari 1672 echter af. Een groot deel van de inventaris ging daarbij verloren. Joan Blaeu overleefde deze ramp niet lang. Hij stierf op 28 december 1673 op de leeftijd van 75 jaar. Zijn drie zonen, Willem (1635- ?), Pieter (1637-1706) en Joan II (1650-1712), volgden hem op. Joan II werd bedrijfsleider en begon een reorganisatie. Hij verkocht de drukkerij aan de Bloemgracht. De activiteiten van de firma werden daarna nog op beperkte schaal voortgezet tot ca. 1700.
In de loop van de 18de eeuw werd de toonaangevende positie van de Nederlandse cartografie overgenomen door Frankrijk.
De atlassen uit de tijd van Blaeu vertegenwoordigen een onschatbare waarde, worden gekoesterd in statige bibliotheken of bevinden zich in particulier bezit. Sommige uitgaven zijn in facsimile (d.w.z. in kopie, spr. uit fak-sie-mie-lee, accent op sie) herdrukt. Veel zijn er ook gedigitaliseerd en via het internet te bewonderen.