Portretrecht

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het portretrecht is een beperking van het auteursrecht. Het geeft geportretteerde personen het recht zich te verzetten tegen publicatie van hun portret.

Onder portret wordt in dit verband verstaan, elke zichtbare weergave waarop iemand herkenbaar is afgebeeld, bijvoorbeeld in een foto, schilderij, tekening of in filmbeelden. Als er op een foto of film meerdere personen te zien zijn, heeft elk van hen het portretrecht.

Portretrecht en auteursrechten

Het portretrecht is een aspect van het auteursrecht; het wordt in Nederland dan ook geregeld in de Auteurswet 1912 (art 19-21). Het verschil tussen portretrecht en auteursrecht kan worden uitgelegd aan de hand van het volgende voorbeeld. Als een fotograaf iemand op de foto zet, komt het portretrecht toe aan de afgebeelde persoon en de auteursrechten aan de fotograaf.

Er zijn in de Nederlandse wetgeving enkele verschillen tussen het auteursrecht en het portretrecht:

  • Het portretrecht is persoonlijk; het kan alleen worden uitgeoefend door de afgebeelde persoon (of diens nabestaanden). Het auteursrecht daarentegen, kan worden overgedaan aan een ander, bijvoorbeeld aan een uitgever of platenmaatschappij.
  • Het portretrecht geldt tot 10 jaar na het overlijden van de afgebeelde persoon. Het auteursrecht over het algemeen tot 70 jaar na het overlijden van de auteur.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende situaties:

  • Het portret is gemaakt in opdracht van de afgebeelde persoon, bijvoorbeeld in een trouwreportage. Hiertoe wordt ook gerekend de situatie waarin de opdracht is gegeven namens of ten behoeve van de geportretteerde persoon, bijvoorbeeld als een bedrijf opdracht geeft om een portret van de directieleden te maken.
  • Het portret is niet in opdracht van (of ten behoeve van) de afgebeelde persoon gemaakt. Dit is gewoonlijk het geval bij het werk van persfotografen, modefotografen en hobbyisten en bij 'toevallig' gemaakte afbeeldingen, bijvoorbeeld in het openbaar gemaakte foto's.

Portretten die niet in opdracht zijn gemaakt

De regels

Als de afbeelding niet in opdracht van of ten behoeve van de afgebeelde persoon is gemaakt, is het portretrecht beperkt. De afgebeelde persoon kan zich dan alleen maar verzetten tegen vermenigvuldiging of openbaarmaking, voor zover die persoon een redelijk belang heeft om zich daartegen te verzetten. In de woorden van de Auteurswet 1912:

Is een portret vervaardigd zonder daartoe strekkende opdracht, den maker door of vanwege den geportretteerde, of te diens behoeve, gegeven, dan is openbaarmaking daarvan door dengene, wien het auteursrecht daarop toekomt, niet geoorloofd, voor zoover een redelijk belang van den geportretteerde of, na zijn overlijden, van een zijner nabestaanden zich tegen de openbaarmaking verzet.

Als de afgebeelde persoon de publicatie van het portret wil verbieden, zal de rechter een belangenafweging maken. (Artikel 21). De rechter zal daarbij zo nodig ook rekening houden met de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid.

De volgende omstandigheden kunnen een redelijk belang vormen voor iemand om zich tegen publicatie te verzetten:

  • privacy-overwegingen. Een dader of slachtoffer van een misdrijf die niet in een krant of encyclopedie wil worden afgebeeld kan zich hierop beroepen. Een politicus, bekend zakenman, topsporter of ander algemeen bekend persoon, kan zich hier niet zo gemakkelijk op beroepen.
  • Commerciële belangen – een bekende sporter of popster kan zijn foto willen gebruiken om geld te verdienen door middel van merchandising.
  • De afgebeelde persoon wordt in de afbeelding voor schut gezet of belachelijk gemaakt. Bepalend is daarbij niet de bedoeling van de maker, maar of het zo opgevat kan worden; of iemand zich door de foto in zijn eer aangetast kan voelen.
  • De wijze van afbeelden is schadelijk voor het imago van de persoon.
  • De afbeelding wordt gebruikt om reclame of propaganda te maken voor iets waar de afgebeelde persoon niet achter staat.

De wet bevat een uitzondering voor opsporingsberichten en dergelijke van justitie, ten behoeve van de openbare veiligheid of het opsporen van strafbare feiten. (artikel 22).

Nederlandse jurisprudentie

Beroep op portretrecht toegewezen

  • Een sigarenhandelaar moest de foto uit zijn zaak verwijderen van een vrouw die een tijdschrift had meegenomen zonder betalen. Aangevoerd werden redenen van privacy van de vrouw.
  • Het SBS 6 programma Breekijzer werd verboden de opnamen uit te zenden van het personeel van een assurantietussenpersoon die zijn klanten tekort zou hebben gedaan. De rechter oordeelde: "(betrokkenen), van wie niet is gesteld of gebleken dat zij personen zijn die regelmatig in de publiciteit treden, hebben aanspraak op bescherming van hun persoonlijke levenssfeer, ook op het werk, en zij beroepen zich derhalve terecht op hun portretrecht." (februari 2004). Ook bij een aflevering over het verhullen van medische missers, mochten de zonder toestemming gemaakte beelden van medewerkers van een ziekenhuis en van een aansprakelijkheidsverzekeraar niet getoond worden.
  • De publicatie van foto's van spelers van het Nederlands Elftal werd verboden. Spelers van het Nederlands elftal hielden, met een beroep op hun portretrechten, de publicatie van het boek "Jongensdromen" met succes tegen. Voor die publicatie was hun geen toestemming gevraagd. Het commerciële belang, de mogelijkheid om zelf hun portretten te exploiteren, gaf hier de doorslag.
  • Het roddelblad "Deze week" had naaktfoto's van Idols' jurylid Jerney Kaagman gepubliceerd, die 10 jaar daarvoor in een ander blad hadden gestaan. Het blad gaf allerlei argumenten waarom dat aanvaardbaar zou zijn, maar volgens de rechter schonden ze in deze omstandigheden wel de rechten van de geportretteerde, en daarom moesten ze de publicatie staken.

Beroep op portretrecht afgewezen

  • De gemeente Alkmaar wilde in april 2003 een uitzending van Breekijzer verbieden, omdat de makers onuitgenodigd een raadsvergadering waren binnengevallen. De rechter oordeelde: "Voorop dient te staan dat eisers - en in het bijzonder geldt dat voor de burgemeester en wethouders - zich gelet op hun openbare functie meer publiciteit zullen moeten laten welgevallen dan een gemiddeld burger." Bovendien had de burgemeester hen toestemming gegeven om één vraag te stellen.

Beroep op portretrecht gedeeltelijk toegewezen

  • Foto's van verbaliserende agenten mochten alleen op internet worden gezet als de agenten daarop niet te herkennen waren. Iemand van de internetsite www.flitsservice.nl, die protesteert tegen snelheidscontroles door middel van flitspalen, had verbaliserende agenten gefotografeerd. Toen hij op vragen van de agenten antwoordde dat hij ze op internet wilde publiceren, namen zij zijn toestel in beslag, ook al werd beloofd dat ze niet persoonlijk herkenbaar zouden worden getoond. Via de rechter wilden de agenten de geheugenkaart met de foto's laten vernietigen met een beroep op hun portretrecht. De rechtbank Arnhem gaf hen in eerste instantie gelijk, maar het Gerechtshof besliste in hoger beroep, dat dat een ongerechtvaardigde inperking van het uitingsrecht van de fotograaf was. Deze zei dat hij agenten op dit soort foto's altijd onherkenbaar maakte, maar wenste daarover een principe-uitspraak. De gerechtshof stelde dat ambtenaren die hun functie in het openbaar uitoefenen zich meer moeten laten welgevallen dan privépersonen, maar verbood in dit geval het herkenbaar in beeld brengen van deze personen.
    Wel werd het verboden de foto's af te beelden zonder de gezichten onherkenbaar te maken en ook de namen van de agenten mochten daarbij niet worden genoemd. De geheugenkaart waar de foto's op stonden bleek echter te zijn vernietigd.

Portretten die in opdracht zijn gemaakt

Als een portret in opdracht is gemaakt, brengt het portretrecht een inperking van de rechten van maker met zich mee. Wie bijvoorbeeld een foto van een zeldzame vlinder maakt, kan, als houder van de auteursrechten, zelf bepalen hoe vaak en waar die foto vermenigvuldigd of gepubliceerd mag worden. Wie als fotograaf of filmer een opdracht aanneemt om iemands portret te maken, heeft geen zeggenschap meer over het vermenigvuldigen of publiceren van het portret. Als hij de afbeelding openbaar wil maken, heeft hij toestemming van de geportretteerde nodig (ook al heeft hij het auteursrecht). De afgebeelde persoon of diens nabestaanden mogen het portret vermenigvuldigen en openbaarmaken zonder toestemming van de maker. De maker heeft er bij publicatie van het portret wel recht op dat zijn naam niet weggelaten wordt. Het tentoonstellen van foto's en het publiceren op Internet is ook een vorm van openbaarmaken (artikel 19 en 20).
In de filmindustrie wordt vaak gebruik gemaakt van een quitclaim, hierin doet men afstand van alle hierboven genoemde rechten.

Sancties

Het illegaal openbaar tentoonstellen of op andere wijze openbaar maken van een portret is een overtreding, die kan worden bestraft met een geldboete van de vierde categorie. (artikel 35)

Bij inbreuk op het portretrecht kan iemand de illegale kopieën opeisen of ze laten vernietigen en de onrechtmatig verkregen winst opeisen. Het opeisen van de illegale kopieën kan overigens alleen als de bezitter zelf schuldig is aan de schending van het portretrecht of als de bezitter handelaar is in soortgelijke artikelen. Los daarvan kan iemand vergoeding van de geleden schade eisen.

Auteurswet 1912

Externe links

Uitspraken op www.rechtspraak.nl:

De eerste versie van deze tekst (of een deel daarvan) is afkomstig van Wikipedia.

De tekst is vrijgegeven onder de CC BY-SA 3.0-licentie.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Portretrecht&oldid=629863"