Goud
Goud is een edelmetaal. Zuiver goud is geel en glanst. Goed kan niet roesten. Goud is redelijk zacht, daardoor is het makkelijk te bewerken. Goud is (meestal) erg duur omdat mensen het mooi vinden en er maar weinig van is.
Gebruik
Goud wordt veel gebruikt voor sieraden. En wordt soms met edelstenen versiert. Winnaars van de Olympische Spelen krijgen een gouden medaille. Mensen geven elkaar een gouden ring. De koningin rijdt in een gouden koets (die is niet van echt goud). Veel mensen dragen een gouden kettinkje.
Vindplaatsen
In Amerika en Australië zijn veel goudmijnen. Vooral in Californië zijn veel vindplaatsen. Rond de wereld zijn er weinig goudmijnen. Het is al best gevaarlijk, omdat hij zo kan instorten. Goud zit meestal ver onder de grond. Eerst moet de mijnwerker met een lift naar beneden. Daar hakken ze steen los (ze maken er een soort grind van). Daarin zoeken ze goud. Soms kan je het ook in rivieren vinden.
Smeden van goud
De goudsmid heeft zijn eigen atelier (werkplaats). Hier maakt hij zijn sieraden. Soms zitten er edelstenen in. Hij maakt er ringen, armbanden, broches, kettingen of anderen dingen. Het goud bestelt hij bij een speciaal bedrijf. Daar worden er draadjes en plaatjes van gemaakt. Daarmee kan hij heel makkelijk iets maken. Een hamer, een vlam en het allerdunste figuurzaagje zijn de belangrijkste gereedschappen. Hij gebruikt ook vijltjes,tangetjes en schuurpapier. Een sieraad van zuiver goud zal makkelijk buigen. Daarom zit er een legering in zit. De hoeveelheid goud in de legering noem je 1 Karaat. Er zit soms koper of zilver in.
Gouden munten
Voor de euro was er de gulden. Dat woord betekent: gouden. Het werd vroeger gebruikt voor gouden munten. De eerste munten werden gemaakt in Lydië in Turkije in 625 voor Christus. Toen de Romeinen kwamen er gouden munten in Nederland. Dat was 50 jaar voor Christus. Op de munten stonden vaak dierenkoppen. Daarna kwam er het hoofd van de keizer erop. De Romeinse keizer was erg slim. Als hij het volk iets wou laten weten, dan liet hij een speciale munt maken. De man die vroeger munten maakte, heette de munter. Hij legde een stukje goud op een stempeltje. Met een hamer sloeg hij zolang op de munt tot de stempelafdruk er op zat. Later kwamen er fabrieken die munten ging maken. Sinds 1806 maakt ’s Rijks Munt in Utrecht de Nederlandse munten. Het meeste goud dat gevonden wordt gaat in grote kluizen onder de grond.
Pronkstukken
Meestal waren alleen rijke en machtige mensen die goud konden betalen. Ze lieten er mooiste voorwerpen van maken, zoals drinkbekers, schalen, kronen, gespen, kandelaars en halskettingen. Ook bisschoppen lieten met goud versierde voorwerpen maken voor kerken en kloosters. Vaak werden de voorwerpen nog mooier gemaakt door het goud te combineren met zilver, email, edelstenen of parels. Door de eeuwen heen zijn er pronkstukken bewaard gebleven.
In de ruimtevaart
In 1969 landden de Amerikanen Armstrong en Aldrin als eerste mensen op de maan. Ze droegen een ruimtehelm waarop een heel dun laagje goud op zat. Dit laagje kaatste de gevaarlijke ultraviolette straling van de zon terug. Het diende dus voor bescherming. Het wordt gebruikt als isolatiemiddel. Op elke satelliet zit een dun laagje goud. Om dat dunne laagje er mooi op te krijgen wordt in de fabriek het goud verdampt. Er wordt een gas van gemaakt dat men neer laat slaan op de satelliet. Voor een kleine satelliet heb je twee trouwringen van puur goud nodig. Als een flinterdun dekentje beschermt het tegen extreme kou of hitte. De zon kan dan 120 graden Celsius op de satelliet stralen. Terwijl aan de schaduw kant het onder nul kan zijn. De Europese ruimtevaartorganisatie ESA lanceerde in december 1999 de XMM-telescoop. Dat is een verrekijker om mee in het heelal te kijken. De XMM-telescoop draait in 48 uur rond de aarde. In de spiegels is opgedampt goud verwerkt. Daardoor kan de telescoop meer licht opvangen en betere beelden maken van ver weg staande sterren. Goud wordt ook veel gebruikt in elektronische contacten en schakelaars. Omdat goud niet roest, zorgt het voor een goede verbinding. Het geeft geen storing. Ook in de contacten van heel goede computers zit goud.
Het goud in Egypte
De Egyptenaren zochten vijfduizend jaar geleden al naar goud. Het gevonden goud was voor de farao, hun koning. De Egyptenaren dachten dat de gouddeeltjes afkomstig waren van de lichamen van hun goden. Ze zeefden goudkorrels uit de rivier de Nijl. Andere Egyptenaren trokken de bergen in. Ze werkten daar in goudmijnen. In smalle, donkere gangen zocht ze kruipend naar goud. Dat was gevaarlijk werk. Soms stortte een gang in of kwam onder water te staan. Toetanchamon was ongeveer acht jaar toen hij farao van Egypte werd. Tien jaar later stierf hij. De Egytenaren geloofden dat je na je leven weer een leven kreeg. Daarom kreeg Toetanchamon, zoals all farao’s, veel gouden voorwerpen mee in zijn graf. In 1922 werd Toetanchamon wereldberoemd, omdat hij de enige farao was die nog bestond. Toen werd in het Dal der Koningen, aan de oever van de Nijl, zijn graf geopent. Toetanchamon lag in een puur gouden kist. Daar omheen zaten twee houten die ook met goud bewerkt waren. Het hoofd van de farao was bedekt met een gouden dodenmasker.