Neushoornvogels: verschil tussen versies
k (→kenmerken) |
(Bij dieren is de familienaam niet cursief) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Neushoornvogel}} |
{{Neushoornvogel}} |
||
− | '''Neushoornvogels''' ( |
+ | '''Neushoornvogels''' (Bucerotidae) zijn een familie uit de vogel-orde [[Bucerotiformes]]. Neushoornvogels komen voor in [[Afrika]], delen van [[Azië]], [[Nieuw-Guinea]] en de [[Salomoneilanden]]. De [[Hoornraaf|Hoornraven]] werden vroeger ook tot de Neushoornvogels gerekent. Later is duidelijk geworden dat deze wel tot dezelfde orde horen maar tot dezelfde familie. Er zijn in totaal 62 verschillende soorten Neushoornvogels. Waarvan er 22 op de rode lijst staan. |
==Taxonomie== |
==Taxonomie== |
Versie van 30 aug 2013 21:02
Sjabloon:Neushoornvogel Neushoornvogels (Bucerotidae) zijn een familie uit de vogel-orde Bucerotiformes. Neushoornvogels komen voor in Afrika, delen van Azië, Nieuw-Guinea en de Salomoneilanden. De Hoornraven werden vroeger ook tot de Neushoornvogels gerekent. Later is duidelijk geworden dat deze wel tot dezelfde orde horen maar tot dezelfde familie. Er zijn in totaal 62 verschillende soorten Neushoornvogels. Waarvan er 22 op de rode lijst staan.
Taxonomie
|
|
Kenmerken
Neushoornvogels zijn best wel grote slanke vogels met een lange nek en korte brede vleugels. Vaak hebben Neushoornvogels ook nog een korte brede staart, die bestaat uit 10 staartpennen. Delen van de nek en de kop bestaan uit naakte huid met een opvallende kleur.
Alle neushoornvogels hebben een grote gebogen snavel. Deze snavel doet veel aan de Toekan denken. De snavel is bij veel soorten vel gekleurd. Bij de meeste soorten zit op de snavel een gekrulde hoorn. De hoorn bestaat uit los botweefsel en is hol van binnen. Behalve bij de Helmneushoornvogel, deze snavel bestaat uit massief bot.
Voortplanting
Alle neushoornvogel nestelen in boomholtes. Hier gaat het vrouwtje in en de doorgang wordt dicht gemesteld door het mannetje. Ook worden alle andere doorgangen dichtgemesteld tot dat er ergens in de boomstam een klein gaatje overblijft. Dit is het gaatje waardoor het mannetje het vrouwtje en haar jongeren voed.