Karel de Grote: verschil tussen versies
Regel 9: | Regel 9: | ||
Het land van Karel de Grote werd al gauw te groot.Hij kon het niet meer alleen besturen.Daarom verdeelde Karel zijn rijk in kleinere delen.Nu noemen we zo'n deel een provincie.Toen heette het een gouw.Elke gouw werd bestuurd door een gouwgraaf.Karel stuurde zendgraven op reis door zijn rijk.Dat zijn mensen die keken of alles goed ging in de gouwen.Zij brachten verslag uit aan de keizer. |
Het land van Karel de Grote werd al gauw te groot.Hij kon het niet meer alleen besturen.Daarom verdeelde Karel zijn rijk in kleinere delen.Nu noemen we zo'n deel een provincie.Toen heette het een gouw.Elke gouw werd bestuurd door een gouwgraaf.Karel stuurde zendgraven op reis door zijn rijk.Dat zijn mensen die keken of alles goed ging in de gouwen.Zij brachten verslag uit aan de keizer. |
||
+ | Veel christenen uit het rijk van Karel de Grote wilden wel eens naar Jeruzalem.Ze wilden zien hoe Jezus Christus had geleefd.Mensen die zo'n reis gingen maken,heten pelgrims.Jeruzalem lag in Palestina.Dat was het rijk van de islamitische koning Sjeik Haroen al-Rasjid.Karel sloot vriendschap met deze sjeik.Ze gaven elkaar geschenken.De pelgrims konden nu veilig naar Palestina. |
||
Versie van 18 jan 2007 14:36
Karel de Grote; 2 april 742 - Aken 28 januari 814)
Was van 771 tot aan zijn dood koning der Franken; daarbovenop werd hij in 800 tot keizer van het Westen gekroond.
Karel was de zoon van Pepijn de Korte en Bertruda met de Grote Voeten.
Karel de Grote was de belangrijkste vorst van de vroege middeleeuwen.
Het land van Karel de Grote werd al gauw te groot.Hij kon het niet meer alleen besturen.Daarom verdeelde Karel zijn rijk in kleinere delen.Nu noemen we zo'n deel een provincie.Toen heette het een gouw.Elke gouw werd bestuurd door een gouwgraaf.Karel stuurde zendgraven op reis door zijn rijk.Dat zijn mensen die keken of alles goed ging in de gouwen.Zij brachten verslag uit aan de keizer.
Veel christenen uit het rijk van Karel de Grote wilden wel eens naar Jeruzalem.Ze wilden zien hoe Jezus Christus had geleefd.Mensen die zo'n reis gingen maken,heten pelgrims.Jeruzalem lag in Palestina.Dat was het rijk van de islamitische koning Sjeik Haroen al-Rasjid.Karel sloot vriendschap met deze sjeik.Ze gaven elkaar geschenken.De pelgrims konden nu veilig naar Palestina.