Spreadsheet: verschil tussen versies
k |
|||
Regel 35: | Regel 35: | ||
{| class="wikitable" | {| class="wikitable" | ||
|+ | |+ | ||
+ | Spreadsheet | ||
| | | | ||
!A | !A |
Versie van 27 mei 2025 11:44
|
|
Een spreadsheet of rekenblad is een stuk software waarmee berekeningen gemaakt kunnen worden. Dit type kantoorsoftware (app) heeft meestal een groen icoontje.
Voorbeelden spreadsheetsoftware
Enkele voorbeelden van spreadsheetprogramma's:
- VisiCalc — het allereerste spreadsheet-programma
- Lotus 1-2-3 — een spreadsheet-programma uit het DOS-tijdperk
- Quattro Pro — onderdeel van de Corel Office-suite
- Microsoft Excel — onderdeel van Microsoft Office
- Libre Office Calc — onderdeel van Libre Office
- Google Sheets — onderdeel van Google Docs Editors-suite
- Open Office Calc — onderdeel van OpenOffice.org
- KSpread — onderdeel van KOffice
- Apple Numbers — onderdeel van iWork
- Gnumeric
- SuperCalc
Omschrijving en functies

In een spreadsheet kunnen (ingewikkelde) berekeningen worden uitgevoerd. Een veel voorkomend voorbeeld is een kasboek, waarin de in- en uitgaven kunnen worden bijgehouden. Het rekenblad bestaat uit een 'oneindig' raster of matrix dat ook als tabel kan worden gebruikt. Zowel Excel van Microsoft Office als Calc van OpenOffice heeft een maximum van 256 kolommen (=2^8) en 65.536 rijen (=2^16) in één werkblad. Bij Microsoft Office Excel 2007 is het aantal rijen verzestienvoudigd naar 1.048.576 (=2^20) en het aantal kolommen vervierenzestigvoudigd naar 16.384 (=2^14).
Het raster of matrix is opgebouwd uit cellen. In een deel van het raster of matrix kun je een tabel aanmaken met bepaalde waarden, die elders op het rekenblad gebruikt kunnen worden.
Cel
Een cel is het kleinste hokje in een spreadsheet waarin je gegevens kunt invoeren. Elke cel kan een getal, een tekst, een datum of een berekening (formule) bevatten. Het is het mogelijk om binnen een cel teksten en formules te combineren.
Rijen lopen horizontaal (1, 2, 3, ...) en kolommen verticaal (A, B, C, ...). (zie afbeelding). De cel krijgt bijvoorbeeld als 'nummer' A1. A van de kolom waarin de cel staat en 1 van de rij.
A | B | C | |
---|---|---|---|
1 | A1 | B1 | C1 |
2 | A2 | B2 | C2 |
3 | A3 | B3 | C3 |
Berekening (formule)
Een wiskundige functie die gegevens in cellen verwerkt. Bijvoorbeeld =A1+B1 voor optellen en =A1*B1 voor vermenigvuldigen. Zo kunnen formules worden gemaakt van simpel tot heel ingewikkeld. Bij =A1+B1 wordt de waarde uit cel A1 gehaald en de waarde uit cel B1 gehaald. Beide waarden worden opgeteld en getoond in de cel waarin de formule staat. Vaak wordt dit ook een algoritme genoemd.
Een functie is een ingebouwde formule voor specifieke berekeningen, zoals SOM(), GEMIDDELDE(), MAX(). Hierbij wordt tussen de haken () een rij of een kolom van cellen aangegeven waarop de formule van toepassing is. Bijvoorbeeld som(A1-A10) telt alle waarden in deze reeks (kolom) van de cellen A1 t/m A10 bij elkaar op en plaatst de uitkomst in de cel waarin de formule met functie staat.
Gegevensvalidatie
De gegevensvalidatie zijn instellingen waarmee je regels opstelt voor de invoer in een cel. Zo kan een cel alleen een getal, prijs, telefoonnummer of datum bevatten. Bij de invoer wordt gecontroleerd of deze voldoet aan het opgegeven formaat. Een datum moet bijvoorbeeld voldoen aan JJJJ-MM-DD waarbij de JJJJ staat voor het jaartal, MM voor de maand (01 t/m 12) en DD voor de dag (01 t/m 31).
Referentie (cel verwijzing)
Zoals gezegd heeft elke cel een bepaald 'nummer'. Daar kan in een formule of functie naar verwezen worden. De aanduiding van een cel, bijvoorbeeld A1, is dan de cel die in formules wordt gebruikt om de gegevens die daar in staan op te roepen.
Relatieve en Absolute Referenties
Relatieve verwijzingen passen zich aan bij het kopiëren van formules. Dus als je de formule =A2+B2 kopieert van cel C2 naar C3, worden de formuleverwijzingen in C3 één rij omlaag verplaatst en gewijzigd in =A3+B3.
Bij absolute verwijzingen (aangegeven als $A$1) wordt er altijd naar dezelfde cel verwijzen. Dit kan bijvoorbeeld een vaste vermenigvuldigingsfactor zijn die in verschillende formules gebruikt wordt. Zie afbeelding waarbij de waarde 40,3399 in de 'absolute cel' $B$1 die telkens gebruikt wordt in de vermenigvuldigingen =A...*$B$1, waarbij je A... kunt vervangen door A5 t/m A11
Zoeken en Vervangen
Bij zoeken en vervangen zoek je een specifieke waarde of tekst in een spreadsheet en vervangt je deze door een andere. Dit werkt hetzelfde als in een tekstverwerkingsprogramma.
Sorteren is het wijzigen van de volgorde van gegevens op basis van criteria, zoals oplopend (↑) of aflopend (↓). Dit wordt vaak gebruikt bij het op alfabet zetten of van groot naar klein of omgekeerd.
Met filteren kunnen gegevens in een tabel beperkt worden op basis van specifieke criteria, zodat alleen relevante informatie wordt getoond. Bijvoorbeeld toon alleen de gegevens van uitkomsten groter dan 1000.
Een grafiek is een visualisatie (afbeelding) van gegevens. Je hebt ze in verschillende vormen, zoals lijngrafieken, staafgrafieken of cirkeldiagrammen. De grafiek kan in de spreadsheet geplaatst worden en deze gebruikt dan de gegevens die in de tabelcellen staan.
Opslaan als CSV
Soms kan het handig zijn als een lijst van gegevens zoals in een tabel kunt importeren (binnenhalen) in, of exporteren uit, een spreadsheet of een database. CSV is dan een bestandstype dat de gegevens in een spreadsheet opslaat als tekst, gescheiden door komma’s.
Voornaam | achternaam | straat | huisnummer | postcode | woonplaats |
---|---|---|---|---|---|
Pietje | Puck | voorstraat | 23 | 1234XY | Nepdorp |
enz. | |||||
wordt dan:
voornaam, achternaam, straat, huisnummer, postcode, woonplaats
Pietje, Puk, voorstraat, 23, 1234XY, Nepdorp
Celopmaak
De cel opmaak gebruik je voor het wijzigen van de weergave van cellen, zoals lettertype, kleur, uitlijning (links, midden of rechts) of getal notatie zoals 11,22 voor een getal, 11.22 uur voor een tijd of €11,22 voor een prijs.
Bevriezen
Bevriezen zorgt ervoor dat rijen of kolommen altijd zichtbaar blijven bij het scrollen van een grote dataset. Als eerste regel wordt vaak, net als in een database, een zogeheten kopregel gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld zijn: voornaam, achternaam, straat, huisnummer, postcode, woonplaats. Vaak worden de criteria in de kopregel in een dikke letter weergegeven. Als je dan een lijst met veel personen hebt waar je doorheen wilt scrollen, is het prettig dat de kopregel zichtbaar blijft en niet uit beeld verdwijnt bij het scrollen.
Cellen Samenvoegen (merge)
Cellen Samenvoegen is het combineren van meerdere aangrenzende cellen tot één grotere cel.
Voorwaardelijke Opmaak
Bij een voorwaardelijke opmaak wordt de cel automatisch aangepast van de opmaak op basis van de waarde ervan, zoals het kleuren van cellen boven een bepaalde drempel. Vaak wordt hier rood en groen voor gebruikt. Denk aan uitslagen van labonderzoeken in een ziekenhuis. Waarden die aandacht nodig hebben krijgen dan een andere gekleurde cel.
Naam Geven aan Cellen of Bereiken
Het toewijzen van een leesbare naam aan een bereik cellen, zodat het eenvoudiger wordt om te verwijzen naar bepaalde delen van je spreadsheet. Dit kan bijvoorbeeld een tabel zijn waar bepaalde waarden uit worden gehaald. Een bekend voorbeeld is dat in de verschillende provincies van Nederland er verschillende autoverzekerings-premies bestaan (in de randstad wordt namelijk meer gestolen). Dit kan in zo'n tabel verwerkt zijn.
Rij- en Kolomkoppen
De labels aan de bovenkant (kolommen) en aan de zijkant (rijen) van een spreadsheet die de gegevens identificeren. Zie ook voorbeeld bij Opslaan als CSV.
Kolombreedte en Rijhoogte
De aanpassingen van de breedte van een kolom of de hoogte van een rij om de inhoud beter te tonen. Kolommen passen zich meestal aan aan de breedste tekst. Dit kan ook worden veranderd.
Vergrendelen
Vergrendelen is het vastzetten van cellen zodat ze niet per ongeluk gewijzigd kunnen worden. Een soort beveiliging dus.
Celindeling
De manier waarop de inhoud van een cel wordt weergegeven, bijvoorbeeld als tekst, getal, valuta of datum. Zie ook gegevensvalidatie .