Golgicomplex: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{Zijbalk celopbouw}} | {{Zijbalk celopbouw}} | ||
Het '''golgicomplex''' of '''golgiapparaat''' is een [[organel]] in de biologische [[cel (biologie)|cel]]len van [[eukaryoten]] (schimmels, planten en dieren). Dit celonderdeel is in 1898 ontdekt door de Italiaan Camillo Golgi, waarnaar het vernoemd is. Het [[endoplasmatisch reticulum]] (ER) wordt er in omgebouwd en opgeslagen. Het [[celmembraan]] dat de gehele cel omhult, moet voortdurend vernieuwd worden. De 'bouwstoffen' hiervoor komen uit de 'opslagplaats' ofwel het golgicomplex. Ook stoffen (zoals die in de kliercellen van klieren, denk aan zweet in zweetklieren en melk in melkklieren van de vrouwelijke borsten) kunnen in het golgicomplex opgeslagen zijn. | Het '''golgicomplex''' of '''golgiapparaat''' is een [[organel]] in de biologische [[cel (biologie)|cel]]len van [[eukaryoten]] (schimmels, planten en dieren). Dit celonderdeel is in 1898 ontdekt door de Italiaan Camillo Golgi, waarnaar het vernoemd is. Het [[endoplasmatisch reticulum]] (ER) wordt er in omgebouwd en opgeslagen. Het [[celmembraan]] dat de gehele cel omhult, moet voortdurend vernieuwd worden. De 'bouwstoffen' hiervoor komen uit de 'opslagplaats' ofwel het golgicomplex. Ook stoffen (zoals die in de kliercellen van klieren, denk aan zweet in zweetklieren en melk in melkklieren van de vrouwelijke borsten) kunnen in het golgicomplex opgeslagen zijn. | ||
− | [[Bestand:Nucleus ER golgi ex.jpg|miniatuur|celkern, endoplasmatisch reticulum en '''golgicomplex'''. (1) [[celkern]]. (2) [[kernporie]]. (3) ruw [[endoplasmatisch reticulum]] (RER). (4) glad [[endoplasmatisch reticulum]] (SER, de S komt van ''Smooth''). (5) [[ribosoom]] op het RER. (6) [[eiwitten]] die getransporteerd worden. (7) [[transportblaasje]]. (8) '''golgicomplex'''. (9) ontvangst-zijde van het golgicomplex. (10) uitgifte-zijde van het golgicomplex. (11) [[Cisterne (biologie)|cistern]]en van het golgicomplex. (12) [[secreetblaasje]]. (13) [[celmembraan]]. (14) afgescheiden eiwitten. (15) [[cytoplasma]]. (16) ruimte buiten de cel]] | + | [[Bestand:Nucleus ER golgi ex.jpg|miniatuur|celkern, endoplasmatisch reticulum en '''golgicomplex'''. (1) [[celkern]]. (2) [[kernporie]]. (3) ruw [[endoplasmatisch reticulum]] (RER). (4) glad [[endoplasmatisch reticulum]] (SER, de S komt van ''Smooth''). (5) [[ribosoom]] op het RER. (6) [[eiwitten]] die getransporteerd worden. (7) [[transportblaasje]]. (8) '''golgicomplex'''. (9) ontvangst-zijde van het golgicomplex. (10) uitgifte-zijde van het golgicomplex. (11) [[Cisterne (biologie)|cistern]]en van het golgicomplex. (12) [[secreetblaasje]]. (13) [[celmembraan]]. (14) afgescheiden eiwitten. (15) [[Cytosol|cytoplasma]]. (16) ruimte buiten de cel]] |
[[Categorie:Celbiologie]] | [[Categorie:Celbiologie]] |
Versie van 24 mrt 2025 15:34
Celbiologie |
---|
De dierlijke cel |
![]() |
Componenten van een dierlijke cel: |
Portaal ![]() |
Het golgicomplex of golgiapparaat is een organel in de biologische cellen van eukaryoten (schimmels, planten en dieren). Dit celonderdeel is in 1898 ontdekt door de Italiaan Camillo Golgi, waarnaar het vernoemd is. Het endoplasmatisch reticulum (ER) wordt er in omgebouwd en opgeslagen. Het celmembraan dat de gehele cel omhult, moet voortdurend vernieuwd worden. De 'bouwstoffen' hiervoor komen uit de 'opslagplaats' ofwel het golgicomplex. Ook stoffen (zoals die in de kliercellen van klieren, denk aan zweet in zweetklieren en melk in melkklieren van de vrouwelijke borsten) kunnen in het golgicomplex opgeslagen zijn.

celkern, endoplasmatisch reticulum en golgicomplex. (1) celkern. (2) kernporie. (3) ruw endoplasmatisch reticulum (RER). (4) glad endoplasmatisch reticulum (SER, de S komt van Smooth). (5) ribosoom op het RER. (6) eiwitten die getransporteerd worden. (7) transportblaasje. (8) golgicomplex. (9) ontvangst-zijde van het golgicomplex. (10) uitgifte-zijde van het golgicomplex. (11) cisternen van het golgicomplex. (12) secreetblaasje. (13) celmembraan. (14) afgescheiden eiwitten. (15) cytoplasma. (16) ruimte buiten de cel