Dansmarieke: verschil tussen versies
k |
|||
| (5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Appell Kölner Funken Artillerie blau weiß von 1870 im Kölner Rathaus - Weiberfastnacht 2019-5802.jpg|miniatuur|Dansmarieke uit Köln ([[Keulen]])]] |
[[Bestand:Appell Kölner Funken Artillerie blau weiß von 1870 im Kölner Rathaus - Weiberfastnacht 2019-5802.jpg|miniatuur|Dansmarieke uit Köln ([[Keulen]])]] |
||
| − | Een dansmarieke is een danseres, dat verwant is aan een majorette. Het Tanzmariechen: de majorette die in Duitsland en Zuid-Nederland optreedt bij [[carnaval]]szittingen, en die een uniform draagt dat komt uit de 18e eeuw; in Brabant, Limburg en Ter Apel wordt zij eerder een dansmarieke genoemd. |
+ | Een '''dansmarieke''' is een danseres, dat verwant is aan een [[Majoretten|majorette]]. Het '''Tanzmariechen''': de majorette die in Duitsland en Zuid-Nederland optreedt bij [[carnaval]]szittingen, en die een uniform draagt dat komt uit de 18e eeuw; in Brabant, Limburg en Ter Apel wordt zij eerder een dansmarieke genoemd. |
De term majorette komt uit het Frans en gaat terug naar de militaire officiersrang van majoor. Dit beschrijft een jong meisje in uniform dat paradeert in feestelijke parades en met veel handigheid een zogenaamde bâton (staf) ronddraait (twirlen) volgens goed ingestudeerde choreografische vormen. Het dansmarieke komt van oorsprong uit het Duitse Rheinland en zie je in grote carnavalssteden als Köln ([[Keulen]]), [[Dusseldorf]] en [[Mainz]]. |
De term majorette komt uit het Frans en gaat terug naar de militaire officiersrang van majoor. Dit beschrijft een jong meisje in uniform dat paradeert in feestelijke parades en met veel handigheid een zogenaamde bâton (staf) ronddraait (twirlen) volgens goed ingestudeerde choreografische vormen. Het dansmarieke komt van oorsprong uit het Duitse Rheinland en zie je in grote carnavalssteden als Köln ([[Keulen]]), [[Dusseldorf]] en [[Mainz]]. |
||
| Regel 6: | Regel 6: | ||
Ze treden individueel op, in paren met zogeheten dansofficieren of als groep (gardetanz), vaak op mars- of polkamuziek, en tegenwoordig ook op modernere muziek die gebaseerd is op traditionele muziek. Bij solodans worden elementen uit vloeroefeningen uit het [[turnen]] (spagaat , splits) ingevoegd. |
Ze treden individueel op, in paren met zogeheten dansofficieren of als groep (gardetanz), vaak op mars- of polkamuziek, en tegenwoordig ook op modernere muziek die gebaseerd is op traditionele muziek. Bij solodans worden elementen uit vloeroefeningen uit het [[turnen]] (spagaat , splits) ingevoegd. |
||
| ⚫ | Er zijn clubkampioenschappen, regionaal en nationaal. De typische kleding is vaak gebaseerd op de bovenkleding van uniformen uit de 18e eeuw: [[driesteek]], [[pruik]] met gevlochten staartjes, [[Laars|laarzen]], uniform met jasje en broek. Een korte maar wijde, meestal geplooide rok verving later de broek. |
||
| + | [[Categorie:Dans]] |
||
| ⚫ | Er zijn clubkampioenschappen, regionaal en nationaal. De typische kleding is vaak gebaseerd op de bovenkleding van uniformen uit de 18e eeuw: |
||
| + | [[Categorie:Folklore]] |
||
Huidige versie van 3 okt 2024 om 12:25
Een dansmarieke is een danseres, dat verwant is aan een majorette. Het Tanzmariechen: de majorette die in Duitsland en Zuid-Nederland optreedt bij carnavalszittingen, en die een uniform draagt dat komt uit de 18e eeuw; in Brabant, Limburg en Ter Apel wordt zij eerder een dansmarieke genoemd.
De term majorette komt uit het Frans en gaat terug naar de militaire officiersrang van majoor. Dit beschrijft een jong meisje in uniform dat paradeert in feestelijke parades en met veel handigheid een zogenaamde bâton (staf) ronddraait (twirlen) volgens goed ingestudeerde choreografische vormen. Het dansmarieke komt van oorsprong uit het Duitse Rheinland en zie je in grote carnavalssteden als Köln (Keulen), Dusseldorf en Mainz.
Ze treden individueel op, in paren met zogeheten dansofficieren of als groep (gardetanz), vaak op mars- of polkamuziek, en tegenwoordig ook op modernere muziek die gebaseerd is op traditionele muziek. Bij solodans worden elementen uit vloeroefeningen uit het turnen (spagaat , splits) ingevoegd.
Er zijn clubkampioenschappen, regionaal en nationaal. De typische kleding is vaak gebaseerd op de bovenkleding van uniformen uit de 18e eeuw: driesteek, pruik met gevlochten staartjes, laarzen, uniform met jasje en broek. Een korte maar wijde, meestal geplooide rok verving later de broek.