Fokken

Fokken is het vermeerderen van dieren.

Soms moet er een beter dier ontstaan. Daarom kruist men dan betere dieren om een heel goed dier te laten ontstaan. Kruisen is het laten paren van dieren. Iemand die dieren fokt is een dierenfokker. Bij planten heet het plantenveredeling, bijvoorbeeld gedaan door een kweker.

Bijvoorbeeld: een hele mooie vrouwtjes hond (teefje) met een erg lief en leuk karakter wordt gedekt door een erg mooie en lieve mannetjes hond (reu). De hondjes (pups) die dan geboren worden, zullen dan waarschijnlijk allemaal deze goede kenmerken krijgen van hun ouders.

Maar dit is niet de enige reden om te fokken.

Vaak worden er opzettelijk dieren gefokt in verband met de vleesproductie. Ook hierbij kan gekeken worden naar bepaalde eigenschappen om beter of meer vlees te krijgen. Ook laat men moederdieren vaker zwanger worden zodat er meer jonge dieren komen. Met koeien en varkens wordt er gefokt zodat wij genoeg vlees te eten hebben.

Kunstmatig bevruchten

Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van kunstmatige inseminatie. Het zaad (sperma) van het mannelijke dier komt niet meer in het vrouwelijke dier door het vrouwtje te laten bestijgen door het mannetje. Maar het zaad wordt bij het mannetje afgenomen, in een soort rietje koud bewaard en bij het vrouwtje ingebracht.

Broodfokkers

Ook wordt er gefokt met andere huisdieren als honden en katten. Wanneer de fokker het er alleen maar om te doen is om zoveel mogelijk jonkies te krijgen voor veel geld, dan wordt dat een broodfokker genoemd. Vaak zijn de jonge dieren van slechte kwaliteit, groeien in slechte omstandigheden op en zijn daardoor snel ziek. Als nieuw baasje moet je dan ook goed opletten waar je een jonge pup of kitten koopt. De betere fokkers zijn meestal aangesloten bij een fokvereniging en moeten zich aan strenge regels houden.