Nederlandse regering tijdens de Tweede Wereldoorlog

Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Wat deed de Nederlandse regering toen de Duitsers Nederland wilde bezetten? Op deze pagina lees je meer over de Nederlandse regering tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Waarom wilde Duitsland Nederland binnenvallen?

De Duitsers en de Nederlanders stammen af van het Germaanse volk. Het Duitse rijk wilde het Germaanse volk uitbreiden door Nederland toe te voegen aan het Duitse rijk. Vanaf de Eerste Wereldoorlog stortte de Duitse economie in, er was weinig werk en armoede totdat Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam. Hitler wilde Nederland aan het werk zetten om er zelf rijker van te worden, zodat de Duitse economie er beter van werd. De redenen die de Duitsers hadden om Nederland binnen te vallen werken elkaar eigenlijk tegen. Ze wilden ze vrienden worden met het volk, omdat de Nederlanders afstanden van de Germanen. En tegelijkertijd wilden ze het Nederlandse volk onder druk aan het werk zetten om er zelf rijker van te worden.

Hoe kwamen de Duitsers Nederland binnen?

De Duitsers kwamen binnen met enkele trucks die een Oranje vlag droegen om de band te benadrukken. Hiermee dachten de Duitsers dat Nederland vrijwillig mee zou werken met de plannen die ze met Nederland hadden.

Tegelijkertijd had Hitler ook een aanvalsplan voorbereid dat voor die tijd heel modern was. Met luchtlandingen die het regeringscentrum plat zouden leggen. Deze aanval mislukte doordat de vliegtuigen niet konden landen door drassige weilanden en de parachutisten werden meteen gevangen genomen. de luchtaanval mislukte zijn de Duitsers via land naar binnen gekomen. Via Brabant kwamen ze snel op naar de moerdijkbruggen, die onbeschadigd in de handen van de Duitsers vielen. In Rotterdam werden ze op de zuidoever van de Maas tegengehouden doordat de Nederlandse Mariniers de Duitsers zo goed als mogelijk tegen hielden op de Noordoever.

De vijfdaagse oorlog in Nederland

Een oorlogsvliegtuig vliegt over IJmuiden

Majoor Sas had de Nederlandse regering gewaarschuwd dat de Duitsers op 10 mei Nederland binnen zouden vallen. Door deze waarschuwing was Nederland een klein beetje voorbereid.

Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen vanuit de lucht in den Haag, Rotterdam en Dordrecht. De Duitsers waren hadden grotere en meerdere wapens dan de Nederlanders. Voor de Duitsers was het van belang dat ze zo spoedig mogelijk de luchtlandingstroepen konden bereiken. Luchtlandingstroepen, zijn militairen die vanuit een vliegtuig met een parachute het oorlogsgebied betreden. Om hier te komen moesten zij de bruggen bezetten die over het Maas – Waalkanaal en over de Maas gaan. Om deze bruggen te veroveren hadden ze troepen in het geheim getraind. Op de ochtend van 10 mei zijn er op verschillende punten aan de maas hard en dapper gevochten door de Nederlandse soldaten om de Duitsers tegen te houden. Alleen waren de Nederlandse soldaten niet getraind en slecht bewapend. Maar toch deden ze hun best!

Hitler had besloten om 500 parachutisten vlakbij het vliegveld Ypenburg te laten landen. Waarna het vliegveld werd gebombardeerd. Het leek erop dat dit een gemakkelijk overwinning werd voor de Duitsers, maar dit was niet zo. Onder de leiding van Luitenant Maduro werd de tegenaanval ingezet en een paar uur later hadden de Nederlands Ypenburg weer terug gewonnen. Tegelijkertijd werd er ook in Rotterdam flink gevochten, hier hield het leger een paar dagen stand tegen de Duisters. Om het verzet van de Nederlanders te stoppen, dreigde de ze met een Bombardement en wanneer het nodig was zouden ze meerdere steden bombarderen. Door deze dreigementen vluchten op 13 mei de koninklijke familie en een deel van de regering op tijd naar Engeland. Op 14 mei werd Rotterdam verwoest door een 10 minuten durend bombardement. Om verdere bombardementen te voorkomen tekende generaal Winkelman de capitulatie, dit betekend dat Nederland zich over gaf. Nederland was bezet door Duitsland.

Was de regering ook echt gevlucht?

De regering en de koninklijke familie zien het zelf niet als vluchten. De ministers zijn de koningin achterna gegaan, omdat de regering bij de koningin moest zijn. Wanneer zij niet bij elkaar waren was er geen regering. Zij vonden dat het een politieke verantwoording was om naar Engeland te gaan, omdat ze vanuit daar de handel over zee verder konden doorzetten en de oorlog voort konden zetten.