Bedrijf: verschil tussen versies
k |
k |
||
Regel 7: | Regel 7: | ||
Een bedrijf is van de [[werkgever]] en de [[arbeider]]s en [[kantoormedewerker]]s die er werken zijn de [[werknemer]]s. |
Een bedrijf is van de [[werkgever]] en de [[arbeider]]s en [[kantoormedewerker]]s die er werken zijn de [[werknemer]]s. |
||
+ | De hiervoor genoemde soorten bedrijven kun je verdelen in groepen; de sectoren. |
||
+ | Enkele voorbeelden: |
||
+ | |||
+ | * Voedingssector: bedrijven die voedingsproducten maken |
||
+ | * Groensector: bedrijven die met planten te maken hebben. Boerenbedrijven kun je hier ook toe rekenen. |
||
+ | * Vervoerssector: bedrijven die voor het [[transport]] van personen en goederen zorgen, zoals spoorbedrijven, scheepvaart en wegtransporteurs. |
||
+ | * Chemische sector: bedrijven die met chemische producten te maken hebben. |
||
+ | * Bouwsector: bedrijven die huizen, fabrieken enzovoorts bouwen.<br /> |
||
{{wbbetekenis|1|vervoeren}} |
{{wbbetekenis|1|vervoeren}} |
||
{{wbbetekenis|2|beveiligen}} |
{{wbbetekenis|2|beveiligen}} |
Versie van 18 feb 2024 13:52
Over dit artikel en/of onderwerp bestaat er ook een portaal! Klik hier om het portaal te bekijken! |
Een bedrijf is een organisatie die diensten of goederen aan de consument levert tegen betaling (dus in ruil voor geld). Een bedrijf maakt dus iets voor de mensen, en vraagt hier geld voor. Maar het hoeft niet altijd tastbaar te zijn. Bijvoorbeeld: het leveren van diensten. Een bedrijf kan bijvoorbeeld transporteren of bewaken . Naast bedrijven heb je ook instellingen of instituten. Hierbij kun je denken aan scholen, ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. Deze kun je vergelijken met een dienstverlenend bedrijf, maar dan zonder winstoogmerk.
De woorden bedrijf en onderneming betekenen eigenlijk hetzelfde, maar je gebruikt ze in een iets andere context. Onderneming heeft vooral een economische betekenis.
Een bedrijf is van de werkgever en de arbeiders en kantoormedewerkers die er werken zijn de werknemers.
De hiervoor genoemde soorten bedrijven kun je verdelen in groepen; de sectoren.
Enkele voorbeelden:
- Voedingssector: bedrijven die voedingsproducten maken
- Groensector: bedrijven die met planten te maken hebben. Boerenbedrijven kun je hier ook toe rekenen.
- Vervoerssector: bedrijven die voor het transport van personen en goederen zorgen, zoals spoorbedrijven, scheepvaart en wegtransporteurs.
- Chemische sector: bedrijven die met chemische producten te maken hebben.
- Bouwsector: bedrijven die huizen, fabrieken enzovoorts bouwen.