Hooiwagen (dier): verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox dier |Naam = Hooiwagens |Wetenschappelijke naam = Opiliones |Afbeelding = File:Opiliones_harvestman.jpg|250px |IUCN-status...') |
|||
Regel 2: | Regel 2: | ||
|Naam = Hooiwagens |
|Naam = Hooiwagens |
||
|Wetenschappelijke naam = Opiliones |
|Wetenschappelijke naam = Opiliones |
||
− | |Afbeelding = [[File:Opiliones_harvestman.jpg|250px |
+ | |Afbeelding = [[File:Opiliones_harvestman.jpg|250px]] |
|IUCN-status = (zie onder) |
|IUCN-status = (zie onder) |
||
|Leefgebied = Vrijwel wereldwijd, behalve [[Antarctica]] |
|Leefgebied = Vrijwel wereldwijd, behalve [[Antarctica]] |
Versie van 20 jul 2023 14:06
Hooiwagens Opiliones | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | Vrijwel wereldwijd, behalve Antarctica | ||
Leefomgeving | divers | ||
Behoort tot de | Spinachtigen, Geleedpotigen, Dieren | ||
|
De Hooiwagens (Opiliones, voorheen Phalangida) zijn een orde van spinachtigen die in de volksmond ook bekend staan als oogstmachines, oogstspinnen of papa longlegs. Sinds april 2017 zijn er wereldwijd meer dan 6.650 soorten hooiwagens ontdekt, hoewel het totale aantal bestaande soorten de 10.000 kan overschrijden. De orde van Opiliones omvat vijf suborders:
- Cyphophthalmi,
- Eupnoi,
- Dyspnoi,
- Laniatores en
- Tetrophthalmi
Vertegenwoordigers van elke bestaande onderorde zijn te vinden op alle continenten behalve Antarctica
Ze behoren niet tot de spinnen, hoewel ze daar veel op lijken. Ze zijn meer verwant aan de mijten en de schorpioenen. Ze kunnen gemakkelijk worden onderscheiden van langbenige spinnen door hun versmolten lichaamsdelen en een enkel paar ogen in het midden van het kopborststuk. Spinnen hebben een duidelijk achterlijf dat door een vernauwing van het kopborststuk is gescheiden, en ze hebben drie tot vier paar ogen, meestal rond de randen van het kopborststuk. Ze hebben geen gifklieren, dus vormen geen gevaar voor de mens. Ze hebben ook geen zijden klieren en bouwen daarom geen webben.
De meest voorkomende lichaamslengte is niet groter dan 7 mm, en sommige soorten zijn kleiner dan 1 mm, hoewel de grootste bekende soort, Trogulus torosus, wel 22 mm kan worden. De beenspanwijdte van veel soorten is veel groter dan de lichaamslengte en overschrijdt soms 160 mm en tot 340 mm in Zuidoost-Azië. De meeste soorten leven ongeveer een jaar.
Ze hebben geen boeklongen en ademen door luchtpijpen. Alle soorten leggen eieren. Veel soorten zijn alleseters (omnivoren) en eten voornamelijk kleine insecten en allerlei plantaardig materiaal en schimmels. Omdat hun ogen geen beelden kunnen vormen, gebruiken ze hun tweede paar poten als voelsprieten om hun omgeving te verkennen. De meeste soorten zijn nachtdieren en hebben bruine tinten. Hooiwagens maken hun poten schoon na het eten door elke poot beurtelings door hun kaken te trekken.